Nieuwsbericht | 15 april 2016
Op deze pagina:
De nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming harmoniseert de bestaande privacyregelgeving. De verordening vervangt de privacyrichtlijn 95/46/EG, die sinds 1995 van kracht is. Daarnaast wordt een nieuwe richtlijn vastgesteld voor de bescherming van persoonsgegevens in strafzaken. Hierover werd op de ECER website eerder een bericht geplaatst. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de Verenigde Staten over de transatlantische gegevensstromen. Hierover organiseerde het ECER op 11 april 2016 een seminar. De link naar de power-point presentaties van de sprekers is hiernaast te vinden.
Deze bijeenkomst stond in het teken van de nieuwe EU-regels over privacybescherming, waarover het Europees Parlement en de Raad die week een politiek akkoord hadden bereikt. Hielke Hijmans van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) ging dieper in op de rol van de toezichthouders op het gebied van de EU-privacy. Jeroen de Jong van het Ministerie van Veiligheid en Justitie praatte de bijeenkomst bij over de ‘algemene verordening gegevensbescherming’; en zijn collega Luut Mol Lous over de strafrechtelijke invalshoek in de richtlijn gegevensbescherming bij opsporing en vervolging. Tot slot werd een aantal uitspraken over privacy van het EU-Hof onder de loep genomen door Sybe de Vries van het Europa Instituut / Universiteit Utrecht.
Naar boven
Op 13 april 2016 ondertekende Minister Hennis het ‘Inter-Institutioneel Akkoord inzake Beter Wetgeven’ namens de Raad, Voorzitter Juncker namens de Commissie en voorzitter Schulz namens het Europees Parlement. Met dit akkoord worden precieze afspraken over de samenwerking tussen de drie instellingen gemaakt en wordt de agenda van meer focus, een betere legitimiteit en balans tussen de instellingen gerealiseerd. Tijdens deze ECER bijeenkomst werd het nieuwe akkoord kritisch tegen het licht gehouden. Linda Senden van de Universiteit Utrecht / RENFORCE ging in op de beginselen en kernelementen van dit akkoord; en Liesbeth A Campo van de Permanent Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU bood een kijkje in de Brusselse keuken.
Tijdens deze levendige paneldiscussie kwamen uitgebreid aan bod: - De stand van zaken met betrekking tot het dossier Europese Kustwacht, met Sander Luijsterburg van de Permanent Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU; - De Nederlandse insteek bij de Dublin verordening en het Dublinhervormingsvoorstel, met Time Kaptein van het Ministerie van Veiligheid en Justitie; - De EU-Turkije deal door Kees Cath (Ministerie van Buitenlandse Zaken); en - Een academische reflectie op deze ontwikkelingen door Jorrit Rijpma van de Universiteit Leiden.
Vertaalverrassingen in de praktijk bij de toepassing en uitleg van EU-wetgeving; de rol van de EU-wetgever en de uitleg van het EU-Hof. De EU kent 24 officiële talen voor EU-wetgeving. Die talen zijn allemaal even gelijk. Of toch niet? Soms lopen de taalversies uiteen. Hoe bindend is welke taalversie dan? Soms is een maatregel niet of niet op tijd gepubliceerd in een bepaalde taal. Zijn burgers en ondernemingen daaraan dan toch gebonden? En wat kunt u zelf doen als u in uw werk een onduidelijke of verkeerde vertaling tegenkomt? Tijdens deze bijeenkomst hebben Stefaan van der Jeught van het EU-Hof en Hans te Winkel van de Europese Commissie de bijeenkomst hun licht laten schijnen over taalkwesties bij de opstelling, toepassing en interpretatie van Europese regels.
Martin Slabbekoorn, tolk bij het EU-Hof in Luxemburg, was te gast tijdens een informele lunchbijeenkomst. Hij vertelde over de inhoud van zijn werk en de rol van de tolkendienst bij het EU-Hof in Luxemburg.