De EU-meerjarenbegroting is ook bekend als het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU. In het MFK is vastgelegd hoeveel geld de EU kan uitgeven ten behoeve van verschillende beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie tijdens een periode van ten minste vijf jaar (zie voor meer informatie het ECER-dossier over de meerjarenbegroting). De Europese Commissie zal naar verwachting in juli 2025 een omvangrijk voorstel doen voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader vanaf 2028. Op 12 februari 2025 presenteerde de Commissie al een mededeling waarin de contouren van het aankomende MFK-voorstel worden geschetst (zie ook het ECER-bericht over die mededeling).
Na de publicatie van het MFK-voorstel door de Europese Commissie (inclusief gelieerde voorstellen, zoals voor een nieuw Eigenmiddelenbesluit en sectorale verordeningen over programma’s op verschillende beleidsterreinen), dat begin van de zomer wordt verwacht, gaan de onderhandelingen in de (Europese) Raad over het nieuwe MFK van start. Tijdens de onderhandelingen zal rekening moeten worden gehouden met de uitdagingen waarmee de EU en de EU-lidstaten momenteel worden geconfronteerd. Daarbij kan worden gedacht aan actuele thema’s zoals de versterking van het Europese concurrentievermogen, maatregelen op het gebied van asiel en migratie en investeringen in de Europese veiligheid en defensie, maar ook aan modernisering van de structuur van het MFK om het toekomstbestendig te laten zijn. Daarbij spelen vraagstukken over onder meer versimpeling van het MFK en het verschaffen van voldoende flexibiliteit om hoofd te kunnen bieden aan onvoorziene crisissituaties.
Als gevolg van de diversiteit in deze uitdagingen zullen veel, zo niet alle, rijksambtenaren van de verschillende departementen worden geconfronteerd met de diverse onderwerpen die de onderhandelingen raken. Binnen en tussen departementen zal daarom ook (snel) moeten worden geschakeld over de inzet voor- en de bewegingsruimte bij- de onderhandelingen over het MFK-voorstel en de gelieerde voorstellen, en over de nadere afstemming daarover.
Daarom organiseerde het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) op 16 juni 2025 tussen 11:00 en 12:30 uur een themalezing over het MFK voor de nieuwe periode vanaf 2028, en de aanstaande onderhandelingen daarover.
Tijdens de themalezing gaf Serge van Knippenberg (Ministerie van Financiën) een introductie over het MFK in algemene zin. Vervolgens ging Anke Raijmakers (Ministerie van Buitenlandse Zaken) onder meer nader in op het afstemmingsproces in Brussel en Den Haag, het Europese krachtenveld en de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen.
Tevens was er tijdens de themalezing gelegenheid om vragen te stellen aan de sprekers. In de eerste plaats werden vragen gesteld over het afstemmingsproces binnen Nederland. Die vragen hadden betrekking op de wijze waarop decentrale overheden (provincies en gemeenten) het afstemmingsproces kunnen beïnvloeden, de structuren die moeten worden gebruikt nadat het BNC-traject is afgerond, de rol van het Nederlandse postennet bij het proces, en de wisselwerking tussen de BNC en het Interdepartementaal Overleg (IDO) MFK . In de tweede plaats kwamen tijdens de lunchlezing vragen naar voren over de verwachtingen over de nog te presenteren MFK-voorstellen. Die vragen richtten zich op de nieuwe eigen middelen (ETS, CBAM) die waarschijnlijk door de Commissie zullen worden voorgesteld, het gebruik van bepaalde financieringsconstructies (loans for loans, loans for grants) en in hoeverre de lessons-learned bij de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) zullen doorwerken in het voorstel voor de nationale en regionale partnerschappen. In de derde plaats stelde een deelnemer aan de themalezing een vraag over de impact van regeringswisselingen in de EU-landen op het onderhandelingsproces in Brussel. Ten slotte werden vragen gesteld over de afdracht van Nederland aan de Europese Unie en de daarmee verband houdende kosten-batenanalyse van het Nederlandse EU-lidmaatschap.