Doelstellingen van het Europese mededingingsrecht Onder mededingingsrecht worden alle rechtsregels verstaan die betrekking hebben op gedragingen waardoor de concurrentie tussen ondernemingen wordt beperkt, en op overheidsbemoeienis met zulke gedragingen. Een centraal begrip hierbij is mededinging, ofwel concurrentie. Mededinging kan worden aangeduid als de gedragingen van alle deelnemers aan het marktverkeer, gericht op de verkrijging van een zo gunstig mogelijke marktpositie.
Zowel het Europese als het Nederlandse mededingingsrecht zien erop toe dat er op de markt een goede en gezonde concurrentie gehandhaafd blijft. Het moet concurrentiebeperkende gedragingen en misbruik van economische machtsposities wegnemen, zodat ondernemingen vrij zijn om in hun onderlinge relaties, ofwel in hun relaties met derden, zelf hun marktgedrag te bepalen. De basis van het Europese mededingingsrecht is neergelegd in de artikelen 101, 102, 106, 107, 108 en 109 EU-Werkingsverdrag. Deze artikelen bevatten onder meer een algemeen verbod (behoudens uitzonderingen) van concurrentiebeperkende gedragingen (artikel 101 VWEU) en misbruik van economische machtsposities (artikel 102 VWEU).
Vijf instrumenten van mededingingsbeleid