Overige regelgeving

Overige regelgeving

Op deze pagina:

Deelname aan activiteiten en de verspreiding van onderzoeksresultaten

De EU kan regels vaststellen voor de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan de activiteiten uit het meerjarenkaderprogramma (Horizon 2020). Daarnaast stelt de EU voorschriften vast voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten. Deze onderzoeksresultaten vloeien voort uit onderzoeksprogramma's die uit het meerjarenkaderprogramma worden gefinancierd (artikel 183 EU-Werkingsverdrag). De EU heeft de regels voor deelname aan activiteiten uit het meerjarenkaderprogramma en de verspreiding van onderzoeksresultaten in verordening 1290/2013 neergelegd. 

Naar boven

Aanvullende programma's

Bij de tenuitvoerlegging van het meerjarenkaderprogramma kan worden besloten tot aanvullende programma's waaraan alleen wordt deelgenomen door bepaalde lidstaten. De deelnemende lidstaten zijn verantwoordelijk voor de financiering van deze aanvullende programma's. De EU kan eventueel deelnemen aan deze programma's (artikel 184 EU-Werkingsverdrag). Voor de vaststelling van aanvullende programma's is de goedkeuring van de betrokken lidstaten vereist (artikel 188, derde alinea, EU-Werkingsverdrag).

Naar boven

EU-deelname aan door lidstaten opgezette programma's

De EU kan bij de tenuitvoerlegging van het meerjarenkaderprogramma voorzien in deelname aan door verscheidene lidstaten opgezette onderzoeken en ontwikkelingsprogramma's. Voorwaarde is wel dat overeenstemming wordt bereikt met de lidstaten die het onderzoek of het programma hebben opgezet. Indien van toepassing, kan de EU ook voorzien in deelname aan de voor de uitvoering van de programma's tot stand gebrachte structuren (artikel 185 EU-Werkingsverdrag). Zie hieronder enkele voorbeelden:

  • Besluit 2017/1324 betreffende de deelname van de EU aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellands Zeegebied (het Prima-initiatief)
  • Besluit 556/2014 betreffende de deelname van de EU aan een tweede, door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschapprogramma voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden 
  • Besluit 554/2014 over de deelname van de EU aan het door verschillende lidstaten opgezette gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma Actief en ondersteund leven

Naar boven

Gemeenschappelijke ondernemingen

De EU kan gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren in het leven roepen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van programma's vooor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (artikel 187 EU-Werkingsverdrag). Gemeenschappelijke ondernemingen zijn vaak publiek-private partnerschappen die op een bepaald terrein het onderzoek van de EU coördineren en beheren. Zie hieronder enkele voorbeelden:

  • Verordening 642/2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (spoorwegen)
  • Verordening 558/2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (schonere vliegtuigen)
  • Verordening 557/2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief Innovatieve Geneesmiddelen (vaccins, geneesmiddelen en behandelingen)

Naar boven

Internationale samenwerking

De EU kan op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling samenwerken met derde landen en internationale organisaties. De nadere regeling van de samenwerking tussen de EU en de betrokken derde partijen wordt vastgelegd in overeenkomsten (artikel 186 EU-Werkingsverdrag). Deze overeenkomsten worden gesloten volgens de procedure voor het sluiten van internationale overeenkomsten tussen de EU en derde landen of internationale organisaties (artikel 218 EU-Werkingsverdrag). Zie hieronder enkele voorbeelden:

Naar boven