Comité voor sociale bescherming

Comité voor sociale bescherming

Op deze pagina:

Inleiding

Artikel 160 van het EU-Werkingsverdrag bepaalt dat de Raad na raadpleging van het Europees Parlement een Comité voor de sociale bescherming instelt. De Raad heeft dat comité ingesteld en de voorschriften voor dat comité zijn in Besluit 2004/689/EG opgenomen. Het bevorderen van de samenwerking tussen de EU-landen onderling en met de Europese Commissie op het gebied van sociale bescherming vormt het hoofddoel van het comité. In dit ECER-dossier wordt ingegaan op de taken en de samenstelling van het comité.

Naar boven

Taken van het comité

Het comité ziet toe op de sociale situatie en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de EU-landen en de EU als geheel. Daarnaast heeft het comité tot taak om de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de EU-landen onderling en met de Europese Commissie te vergemakkelijken. Het comité kan verslagen opstellen en adviezen uitbrengen (artikel 160 EU-Werkingsverdrag).

Naar boven

Samenstelling van het comité

Elk EU-land en de Europese Commissie benoemen twee leden van het comité. Zij kunnen ook twee plaatsvervangers benoemen. De EU-landen en de Commissie moeten bij de benoemingen alles in het werk stellen om in de samenstelling van de delegaties een evenwicht tussen mannen en vrouwen te bereiken (artikel 2, lid 1, Besluit 2004/689/EG). 

Naar boven