Op deze pagina:
Op dit moment gebruiken nog niet alle EU-lidstaten de euro als munteenheid. In principe zijn alle EU-lidstaten verplicht de euro in te voeren zodra ze aan de convergentiecriteria voldoen (artikel 140 EU-Werkingsverdrag). De enige uitzondering is Denemarken, dat in de EU-Verdragen een niet-deelnemingsclausule heeft bedongen die het land van die verplichting vrijstelt. Denemarken kan wel op eigen initiatief aangeven dat zij de euro wil invoeren (Protocol nr. 16).
De Europese Centrale Bank vormt samen met alle nationale centrale banken van de lidstaten het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Met de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munteenheid gebruiken vormt de ECB het Eurosysteem.
Het ESCB en de ECB voeren hun taken en werkzaamheden uit overeenkomstig de bepalingen van de EU-Verdragen en de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en de Europese Centrale Bank (Protocol nr. 4). Veel van die bepalingen kunnen echter geen rechten of verplichtingen opleggen aan de lidstaten die niet de euro als munteenheid gebruiken (artikel 42 van Protocol nr. 4 en artikel 139 EU-Werkingsverdrag).
Naar boven
Het ESCB wordt uitgevoerd door de besluitvormingsorganen van de Europese Centrale Bank. Het gaat om de Raad van bestuur en de directie (artikel 129, lid 1, EU-Werkingsverdrag). De Raad van bestuur is het belangrijkste besluitvormingsorgaan van de ECB en bestaat uit de leden van de directie van de ECB en de presidenten van de nationale centrale banken die de euro als munteenheid hebben (artikel 283, lid 1, EU-Werkingsverdrag).
De directie van de ECB bestaat uit een president, een vice-president en vier andere leden. De president, de vice-president en de andere leden van de directie moeten personen zijn met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied. Daarnaast kunnen alleen personen met de nationaliteit van een EU-lidstaat benoemd worden tot lid van de directie. De leden van de directie worden met gekwalificeerdere meerderheid benoemd door de Europese Raad op aanbeveling van de Raad. De Raad moet het Europees Parlement en het bestuur van de ECB raadplegen voordat zij een aanbeveling doet. De leden van de directie worden benoemd voor een periode van acht jaar en kunnen niet worden herbenoemd (artikel 283, lid 2, EU-Werkingsverdrag).
Naast de Raad van bestuur en de directie is er nog een derde besluitvormend orgaan: de Algemene Raad. De Algemene Raad bestaat uit de president en de vice-president van de ECB en de presidenten van alle nationale centrale banken van de lidstaten. In de Algemene Raad nemen - in tegenstelling tot de Raad van bestuur - dus zowel de presidenten van de nationale centrale banken van de eurolanden als de niet-eurolanden deel. De overige vier leden van de directie van de ECB mogen zonder stemrecht deelnemen aan de vergaderingen van de Algemene Raad (artikel 141 EU-Werkingsverdrag en artikel 44 van Protocol nr. 4).
De Algemene Raad dient met name te worden gezien als overgangsorgaan. Dit orgaan ontleent haar bestaansrecht aan het feit dat een aantal lidstaten (nog) geen deel uitmaken van de eurozone.
De Raad van bestuur van de ECB komt doorgaans twee keer in de maand bijeen in de gebouwen van de ECB in Frankfurt am Main (Duitsland). Tijdens die vergaderingen beoordeelt de Raad van bestuur de economische en monetaire ontwikkelingen. Elke zes weken neemt de Raad van bestuur monetairbeleidsbeslissingen (o.a. basisrentetarieven, liquiditeitsvoorziening in het eurogebied). De monetairbeleidsbeslissingen worden vervolgens gedetailleerd toegelicht tijdens een persconferentie van de president van de ECB. De president van de ECB wordt bij de persconferentie bijgestaan door de vice-president.
In de regel besluit de Raad van bestuur van de ECB met een gewone meerderheid van leden met stemrecht. Ieder lid van de Raad van bestuur - dus zowel de leden van de directie van de ECB als de presidenten van de nationale centrale banken - hebben één stem (artikel 10, lid 2, eerste volzin, Protocol nr. 4). Niet alle leden van de Raad van bestuur hebben tijdens elke vergadering stemrecht. Om vast te stellen welk lid stemrecht heeft is de Raad van bestuur onderverdeeld in drie groepen:
De voornaamste taak van de Europese Centrale Bank is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het in toom houden van de inflatie en het bewaken van de koopkracht. De andere fundamentele taken van het ECB zijn het bepalen en het ten uivoer leggen van het monetair beleid van het eurogebied, het verrichten van valutamarktoperaties, het aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten die de euro gebruiken en het bevorderen van de goede werking van het betalingsverkeer.
Daarnaast draagt de Europese Centrale Bank bij aan het toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel in het algemeen. Verder is de Europese Centrale Bank als enige bevoegd om bankbiljetten in euro uit te geven.