Op deze pagina:
De aanneming of goedkeuring van een maatregel door de desbetreffende instelling(en) is één van de voorwaarden voor het bestaan ervan. Maar de aanneming schept zelf nog geen rechten en plichten voor lidstaten of burgers. De EU-instelling(en), die de handeling elk voor zich hebben aangenomen of ermee hebben ingestemd, zijn er wel aan gebonden. Zij worden geacht in loyale samenwerking met elkaar het proces van totstandkoming te finaliseren.
Vaststelling van een maatregel door de desbetreffende instelling bestaat in aanvaarding van de tekst ervan volgens de geldende procedure. In de gewone wetgevingsprocedure gelden bovendien regels voor de vaststelling van het moment waarop een gezamenlijke handeling van de Raad en het EU-Parlement "geacht wordt te zijn vastgesteld" (artikel 294, lid 7a of lid 8a, EU-Werkingsverdrag). De betrokken instellingen kunnen overeenkomen dat taalkundige aanpassingen worden doorgevoerd na de aanneming en vóór de ondertekening. Een naderhand ontdekte fout kan in onderling goedvinden worden hersteld. Het Raadssecretariaat draagt dan zorg voor de afstemming en publicatie van rectificaties. Inhoudelijke wijzigingen kunnen echter alleen worden doorgevoerd door volgens de officiële procedure.
De datum van aanneming van een maatregel door de afzonderlijke instellingen blijkt niet altijd uit de handeling zelf. In EUR-Lex kan op verschillende manieren de concrete tijdlijn van een bepaalde maatregel worden gevonden (voorbeeld: Algemene verordening persoonsgegevens).
Naar boven
Na de aanneming volgt eventueel nog een juridische en taalkundige controle van de tekst. Daarna wordt de maatregel ondertekend door de voorzitter(s) van de betrokken instelling(en). De datum waarop een verordening, richtlijn of besluit is ondertekend blijkt uit de slotformule van een maatregel. Het laatste artikel van een verordening of richtlijn wordt gevolgd door de formule "Gedaan te (bijv. Brussel of Straatsburg)", gevolgd door de datum waarop de maatregel (gezamenlijk) ondertekend is (bijlage VI, punt A, 4(b), en punt B, 3, Reglement van Orde van de Raad). De ondertekening heeft nog geen gevolgen voor lidstaten of burgers.
De bekendmaking (evenals de kennisgeving, zie paragraaf 3.4 hieronder) van een maatregel is in veel gevallen een voorwaarde voor het sorteren van rechtsgevolgen. Bepaalde handelingen moeten verplicht bekend worden gemaakt. Het gaat dan in de eerste plaats om wetgevingshandelingen. Dat zijn handelingen die volgens de gewone wetgevingsprocedure of volgens een bijzondere wetgevingsprocedure (artikel 289, lid 3, EU-Werkingsverdrag) zijn vastgesteld. Ook bepaalde niet-wetgevingshandelingen moeten worden bekendgemaakt: verordeningen, richtlijnen die tot alle lidstaten zijn gericht en besluiten die geen adressaat vermelden. De regels voor de bekendmaking zijn te vinden in artikel 297 EU-Werkingsverdrag en de artikelen 17 en 18 van het Reglement van Orde van de Raad.
Bekendmaking moet plaatsvinden in het EU-Publicatieblad. De datum die wordt vermeld op het Publicatieblad is daarbij maatgevend, tenzij het Publicatieblad pas op een latere datum beschikbaar was. De elektronische versie van het EU-Publicatieblad (e-PB) is sinds 1 juli 2013 authentiek (rechtsgeldig) (zie ook verordening 216/2013). De papieren versie daarentegen is niet meer rechtsgeldig, behalve wanneer het Publicatiebureau het e-PB door een technische storing niet kan publiceren (meer info).
Volgens het EU-Hof volgt uit de bewoordingen van artikel 297 EU-Werkingsverdrag dat een verordening slechts rechtsgevolgen kan sorteren wanneer zij in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt. Bovendien kan een besluit van een EU-instelling aan natuurlijke en rechtspersonen in een lidstaat niet worden tegengeworpen voordat deze ervan kennis hebben kunnen nemen door een regelmatige bekendmaking in het EU-Publicatieblad (C-161/06, Skoma-Lux, punten 33 en 37). Een te late bekendmaking tast echter de geldigheid van de handeling zelf niet aan (C-149/96, Portugal tegen Raad, punt 54)
Een verordening moet worden geacht in de gehele Unie te zijn bekendgemaakt op de datum die is vermeld op het nummer van het EU-Publicatieblad, waarin de tekst van die verordening is opgenomen. Indien echter het bewijs wordt geleverd dat de dag waarop het nummer daadwerkelijk verkrijgbaar was, niet overeenstemt met de op dat nummer vermelde datum, moet de dag van de daadwerkelijke uitgifte in aanmerking worden genomen (98/78, Racke; 99/78, Decker).
Volgens het EU-Hof moet een EU-regeling, die verplichtingen oplegt aan particulieren, in het EU-Publicatieblad bekend worden gemaakt. Het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een EU-regeling de belanghebbenden in staat stelt de omvang van de opgelegde verplichtingen nauwkeurig te kennen. De burgers moeten immers ondubbelzinnig hun rechten en verplichtingen kunnen kennen en zich daarop kunnen voorbereiden. Een verplichting die niet is gepubliceerd, heeft geen bindende kracht tegenover particulieren. Het is niet van belang of deze maatregelen en de regels waarop zij betrekking hebben, rechtstreeks verplichtingen opleggen aan particulieren dan wel de lidstaten verplichten dit te doen. In beide gevallen is de bekendmaking ervan in het EU-Publicatieblad immers verplicht, aldus het EU-Hof (C-345/06, lees ook ECER-bericht: Geheim EG-verbod om tennisrackets mee te nemen in vliegtuigen niet geldig).
Voorafgaande bekendmaking is volgens artikel 263 EU-Werkingsverdrag geen voorwaarde voor het instellen van beroep tegen een handeling. Een beroep dat wordt ingesteld tegen een besluit dat is gepubliceerd op de website van een agentschap is ontvankelijk, ook al wordt het besluit pas na het instellen van het beroep in het EU-Publicatieblad bekend gemaakt (C-626/11, PPG/ECHA).
Van de bekendmaking moet worden onderscheiden de kennisgevng. Kennisgeving moet plaatsvinden als het gaat om richtlijnen die niet tot alle lidstaten zijn gericht en besluiten die vermelden tot wie zij zijn gericht ("adressaten"). Deze handelingen treden niet in werking, maar worden van kracht (prennent effet, shall take effect, werden wirksam) door de kennisgeving (artikel 297, lid 2, derde alinea, EU-Werkingsverdrag). Soms worden zij naast de kennisgeving ook gepubliceerd in het EU-Publicatieblad. Maar alleen de tekst waarvan kennis is gegeven, is geldig. Publicatie in het EU-Publicatieblad kan de verplichte kennisgeving ook niet vervangen.
Kennisgeving vindt rechtstreeks plaats aan de desbetreffende lidstaat (door bezorging aan de in Brussel gevestigde Permanente Vertegenwoordiging bij de EU, zie C-102/13 P, Duitsland tegen Commissie, punten 31-33) of aan de natuurlijke of rechtspersoon tot wie zij zijn gericht (meestal door middel van een aangetekende brief). Niet de notering in het postboek van de Permanente Vertegenwoordiging of een onderneming is maatgevend, maar de datum en het tijdstip van het ontvangstbewijs in het bezit van de afzender.