EU-Hof wijst arrest in zaak over de toepassingsverordening sociale zekerheid

Asset Publisher

EU-Hof wijst arrest in zaak over de toepassingsverordening sociale zekerheid

Kernvraag in deze zaak is hoe moet worden beoordeeld of een persoon die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst verricht, een substantieel gedeelte van die werkzaamheden verricht in de woonstaat. Om dat te bepalen, moet het bevoegde orgaan nagaan of ten minste 25 procent van de arbeidstijd van de betrokkene, of zijn bezoldiging, wordt verricht en/of verkregen in de woonstaat. In dat verband mag géén rekening worden gehouden met andere omstandigheden en criteria, zoals bijvoorbeeld de plaats van registratie van het schip waarop de betrokkene werkt. Wel moet het bevoegde orgaan rekening houden met de verwachte situatie van betrokkene in de volgende twaalf kalendermaanden. Dat is het antwoord van het EU-Hof op prejudiciële vragen van de Hoge Raad (Nederland). 

Het betreft het arrest van het EU-Hof van 4 september 2025 in de zaak C-203/24, Hakamp.

Meer informatie