Zoeken

Web content search

Het voorzitterschap van de Raad wordt telkens door drie EU-lidstaten bij toerbeurt voor 18 maanden uitgeoefend. De volgorde daarvan is door de Raad vastgesteld. De Raad kan met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de betrokken lidstaten besluiten dat een lidstaat het voorzitterschap uitoefent tijdens een andere periode dan die welke voortvloeit uit de vastgestelde volgorde. De triovoorzitterschappen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de agenda van de Raad, leiden alle vergaderingen (behalve die van de Raad Buitenlandse Zaken), brengen het besluitvormingsproces inzake wetgeving en beleid op gang en bemiddelen tussen lidstaten om tot een compromis te komen. Elke lidstaat die deel uitmaakt van het triovoorzitterschap zal gedurende een periode van zes maanden alle vakraden evenals het Comité van permanente vertegenwoordigers en alle voorbereidende lichamen voorzitten. De leden van het team kunnen in onderling overleg besluiten hiervan af te wijken. Zo zouden zij kunnen kiezen voor een model waarbij ieder van de drie leden van het team het voorzitterschap van een aantal vakraden gedurende de gehele periode van achttien maanden uitoefent.

Voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken is de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.

De volgorde van de voorzitterschappen voor de komende tijd is deze: Slowakije in 2016, Malta en Estland in 2017, Bulgarije en Oostenrijk in 2018, Roemenië en Finlandin 2019 en Kroatië in het eerste semester van 2020. Nederland vormde samen met Slowakije en Malta een triovoorzitterschap.