Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 9 juli 2003, T-102/00, Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap tegen de Commissie

Contentverzamelaar

Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 9 juli 2003, T-102/00, Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap tegen de Commissie

Datum arrest, zaaknummer, partijen
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 9 juli 2003, T-102/00, Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap tegen de Commissie

Betrokken departementen
Alle departementen

Sleutelwoorden
Europees Sociaal Fonds - Vermindering van financiële bijstand - Rechten van verdediging - Art. 24 van Verordening (EEG) 4253/88 - Motivering

Beleidsrelevantie
In het arrest worden enkele formele vereisten aangegeven en uitgewerkt waaraan een beschikking van de Europese Commissie tot vermindering van ESF-subsidie moet voldoen. Het arrest is daarom van belang voor alle belanghebbenden bij een door de Commissie afgegeven beschikking voor de beoordeling of daartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) is een publiekrechtelijke instelling, die tot doel heeft de sociale reïntegratie van gehandicapten te bevorderen. Het neemt daartoe o.a. initiatieven om hun een beroepsopleiding te geven. Deze activiteiten worden uitbesteed aan (privaatrechtelijke) Centra voor Beroepsleiding (CBO's). De CBO's ontvangen hiervoor een subsidie in de vorm van forfaitaire bedragen.

In 1994 keurt de Commissie een verzoek van de Belgische regering om ESF-subsidie goed voor een operationeel programma voor de periode 1-1-1994 tot en met 31-12-1999, gericht op de inschakeling op de arbeidsmarkt van kansarme groepen. Het VFSIPH treedt op als promotor voor projecten in dit kader en aan de uitvoering wordt deelgenomen door twee CBO's.

Bij een financiële controle in 1998 ontdekt de Commissie onregelmatigheden en communiceert hierover met de Belgische overheid en het VFSIPH. De Belgische overheid laat een onderzoek verrichten, waarvan de resultaten aan de Commissie worden meegedeeld. In augustus 1999 kondigt de Commissie aan dat de ESF-subsidie voor bepaalde acties en/of initiatieven zal worden ingetrokken wegens de geconstateerde onregelmatigheden. Eind 1999 voert de Commissie nog een tweede financiële controle uit. Op 31-1-2000 stelt de Commissie een beschikking vast waarbij het bedrag van de ESF-subsidie wordt verminderd. De procedure met betrekking tot de tweede financiële controle is dan nog niet afgerond. Op 23-2-2000 ontvangt het VFSIPH via de Belgische overheid de beschikking van de Commissie en de mededeling dat de Belgische overheid zich hierdoor verplicht acht een bedrag terug te vorderen.

Het VFSIPH stelt beroep in tegen de beschikking van de Commissie, aanvoerende dat een schending heeft plaatsgevonden van de rechten van de verdediging, de onderzoeksplicht van de Commissie, art. 2 van de ESF-verordening, de motiveringsplicht, 10 EG en de beginselen van gewettigd vertrouwen en rechtszekerheid. Ook zou de berekeningswijze van de subsidiabele bedragen onjuist zijn.

Het Gerecht stelt eerst vast dat het beroep slechts ontvankelijk is, voor zover het betreft het bedrag van de vermindering in de beschikking dat betrekking heeft op het VFSIPH.

Het Gerecht aanvaardt de grief dat de Commissie de rechten van de verdediging heeft geschonden. De schending van de rechten van de verdediging bestaat erin dat de Commissie in de beschikking een gegeven heeft opgenomen dat doorslaggevend is voor de vaststelling van het bestaan en de omvang van de beweerdelijk teveel ontvangen ESF-subsidie, terwijl dat gegeven noch uit het eerste rapport, noch uit de opmerkingen van de Belgische overheid en het VFSIPH voortvloeit (maar veeleer uit het tweede controlerapport). De Commissie mocht dit gegeven niet aan het VFSIPH ten laste leggen zonder het VFSIPH en de Belgische overheid in staat te hebben gesteld hierover vooraf opmerkingen in te dienen.

Het Gerecht honoreert ook de grief dat de beschikking niet voldoende is gemotiveerd. Volgens vaste rechtspraak heeft de verplichting tot motivering van een individuele beschikking tot doel om de betrokkene, maar ook de rechter, voldoende gegevens te verschaffen om de wettigheid van de beschikking te kunnen beoordelen.

Een beschikking tot vermindering van aanvankelijk toegekende ESF-subsidie moet duidelijk de redenen aangeven die de vermindering rechtvaardigen en inzicht geven in de wijze van berekening van de vermindering. In casu wordt uit de beschikking wel duidelijk dat een te hoog bedrag is gedeclareerd, maar niet op grond van welke redenering de Commissie tot de conclusie is gekomen dat de gedeclareerde bedragen hoger waren van de aan de CBO's toegekende forfaitaire bedragen. Ook heeft de Commissie niet duidelijk uiteengezet waarom de aan de CBO's toegekende bedragen niet volledig in aanmerking zijn genomen. Ook de berekeningswijze van de volgens de Commissie wel subsidiabele bedragen is niet duidelijk.

Reeds op basis hiervan verklaart het Gerecht de beschikking van de Commissie nietig, voor zover de ESF-subsidie ten gunste van het VFSIPH is verminderd. De overige grieven behoeven volgens het Gerecht geen onderzoek meer.

Korte analyse
Dit arrest geeft nog eens aan dat een beschikking van de Commissie nietig kan worden verklaard wegens formele gebreken. Het verwaarlozen van het beginsel van hoor en wederhoor en het motiveringsbeginsel kan fataal zijn. In het arrest geeft het Gerecht een concrete uitwerking van de vereisten waaraan een beschikking tot vermindering van ESF-subsidie moet voldoen. Een dergelijke beschikking

  • mag niet gebaseerd zijn op gegevens die niet in het aan de beschikking ten grondslag gelegde onderzoek zijn vastgesteld en die niet vooraf voor commentaar zijn voorgelegd aan de begunstigden
  • moet duidelijke de redenen bevatten die de vermindering van de subsidie rechtvaardigen
  • moet inzicht geven in de berekeningswijze van de vermindering
  • moet inzicht geven in de redenen waarom de gedeclareerde bedragen niet worden geaccepteerd
  • moet inzicht geven in de berekeningswijze van de wel subsidiabele bedragen.

Eerste inventarisatie
Van directe gevolgen voor de nationale wetgeving of rechtspraktijk is geen sprake.

De in het arrest aangegeven vereisten waaraan een beschikking tot vermindering van ESF-subsidie moet voldoen maken dit arrest van belang voor alle belanghebbenden bij een door de Commissie afgegeven beschikking voor de beoordeling of daartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

Voorstel van behandeling
De ICER stuurt dit fiche en het arrest ter kennisneming aan alle mnisters.