A-3/15 Adviesverzoek van de Europese EURCIE (Exclusieve bevoegdheid Verdrag van Marrakech)

Contentverzamelaar

A-3/15 Adviesverzoek van de Europese EURCIE (Exclusieve bevoegdheid Verdrag van Marrakech)

Verzoek om advies

Zie bijlage rechts voor het verzoek en de bijlage
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   27 augustus 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   12 september 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   12 oktober 2015 (fatale datum)
Trefwoorden: bevoegdheidsverdeling; auteursrechten; WIPO
Onderwerp
- Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben;
- VWEU artikel 114 (wetgevingsprocedure); 207 (gemeenschappelijke handelspolitiek); 218 (procedure internationale akkoorden); 241 (‘studies’)

In 2009 zijn in de WIPO onderhandelingen begonnen over een mogelijk internationaal verdrag tot vaststelling van beperkingen van en uitzonderingen op het auteursrecht ten behoeve van blinden, visueel gehandicapten en personen met een andere leeshandicap, teneinde de grensoverschrijdende uitwisseling van boeken en ander drukwerk in toegankelijke vorm te vergemakkelijken. Op 26-11-2012 heeft de Raad een besluit vastgesteld waarbij hij de EURCIE machtigt aan deze onderhandelingen deel te nemen namens de EU. De onderhandelingen (in Marrakesh) leidden tot de goedkeuring op 27-06-2013 van het ‘Verdrag van Marrakesh’. Bijgevoegd is de tekst (Engels) van het Verdrag. De EURCIE is van mening en heeft zich tegenover de Raad steeds op dat standpunt gesteld dat de voorschriften die worden beoogd met het Verdrag onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Op 14-04-2014 heeft de Raad op grond van zowel VWEU artikel 114 als 207 toestemming gegeven het Verdrag namens de EU te ondertekenen.
Op 21-10-2014 heeft de EURCIE een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de EU, van het Verdrag van Marrakesh aangenomen. Daarin wordt uitgelegd dat, gezien het onderwerp van het Verdrag, het besluit van de Raad betreffende de sluiting ervan dient te worden gebaseerd op VWEU artikelen 114, 207 en 218, lid 6, onder a), onder v). Dit besluit heeft uiteindelijk niet de vereiste meerderheid verkregen. Verscheidene EULS zijn van mening dat het Verdrag slechts onder de gedeelde bevoegdheden valt. Vooralsnog zal het Verdrag niet door de EU worden gesloten.
19-05-2015 heeft het Vzschap voorgesteld de EURCIE op grond van VWEU artikel 241 te verzoeken een wetgevingsvoorstel tot wijziging van het EU-rechtskader in te dienen. In het licht daarvan ziet de EURCIE zich genoodzaakt een adviesvraag aan het HvJEU voor te leggen. Zij meent dat door de vermelding van ‘handelsaspecten van intellectuele eigendom’ in artikel 207, lid 1 deze binnen de reikwijdte van de gemeenschappelijke handelspolitiek vallen, waardoor de EU exclusief bevoegd is. Het begrip ‘handelsaspecten van intellectuele eigendom’ dekt het Verdrag grotendeels. Zij wijst ook op de doelstelling van het Verdrag waarbij het van groot belang is dat zoveel mogelijk partijen het ratificeren, hetgeen een sterke aanwijzing vormt dat het handelselement van overwegend belang is (en niet zoals een tegenargument luidt het sociale of humanitaire element). Wat betreft de beperkingen in RL 2001/29: deze zijn zowel optioneel als uitputtend. De verplichtingen op grond van het Verdrag, met name de artikelen 4, 5 en 6, betekenen een afwijking van de uitsluitende rechten van auteurs die volledig zijn geharmoniseerd door de richtlijn. Om die reden valt het Verdrag onder de exclusieve bevoegdheid en doet het feit dat de beperkingen optioneel zijn daar niet aan af. De argumenten van de EULS die uitgaan van alleen exclusieve bevoegdheid in geval van  "volledige" harmonisatie is duidelijk onjuist, zie Advies 1/03.
De vraag die de EURCIE aan het HvJEU voor advies voorlegt luidt:
“Heeft de Europese Unie de exclusieve bevoegdheid tot het sluiten van het Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben?”
Specifiek beleidsterrein: BZ, VenJ, OCW