A-G Sharpston: EU moet vrijhandelsverdrag met Singapore samen met lidstaten sluiten
Nieuwsbericht | 11-01-2017
Het betreft de conclusie van advocaat-generaal (A-G) Sharpston van 21 december 2016 in de zaak A-2/15.
De Europese Commissie heeft het EU-Hof gevraagd te adviseren over de bevoegdheden van de EU en de lidstaten in het kader van de vrijhandelsverdrag met Singapore.
Volgens de Commissie en het Europees Parlement vallen de onderwerpen van het verdrag binnen de exclusieve bevoegdheden van de Unie, waardoor de Unie het verdrag zonder de lidstaten kan sluiten. De lidstaten stellen dat er voor een deel sprake is van gedeelde bevoegdheden en exclusieve nationale bevoegdheden. In dat geval kan het verdrag enkel gezamenlijk met hen gesloten worden.
A-G Sharpston komt tot de conclusie dat een groot deel van de overeenkomst onder de exclusieve bevoegdheden van de Unie valt. Voornamelijk omdat veel onderwerpen betrekking hebben op de gemeenschappelijke handelspolitiek, waarvoor de Unie exclusief bevoegd is.
Echter, volgens haar valt een aanmerkelijk deel van de overeenkomst onder de gedeelde bevoegdheden.
Het gaat dan om:
Een klein deel valt zelfs onder de exclusieve nationale bevoegdheden van de lidstaten. De advocaat-generaal is van mening dat de Europese Unie geen externe bevoegdheid heeft op grond waarvan zij ermee kan instemmen gebonden te zijn door dat deel van het verdrag waarbij bilaterale overeenkomsten tussen bepaalde lidstaten en Singapore worden beƫindigd. Volgens de A-G komt deze bevoegdheid uitsluitend toe aan de betrokken lidstaten.
A-G Sharpston is daarom van mening dat het vrijhandelsverdrag alleen samen met de lidstaten kan worden gesloten. Daarbij merkt zij op dat een ratificatieproces waarbij ook alle lidstaten betrokken moeten worden problemen met zich kan brengen. Maar dit kan geen invloed hebben op de bevoegdheidskwesties bij extern optreden van de Unie.
De conclusie van A-G Sharpston is voor het EU-Hof niet bindend. Het advies van het EU-Hof wordt dit voorjaar verwacht.
Lees meer: