Aanbevelingen aan nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures gepubliceerd
Contentverzamelaar
Aanbevelingen aan nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures gepubliceerd
Nieuwsbericht | 15-10-2024
De Aanbevelingen aan nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures (C/2024/6008) zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU van 9 oktober 2024.
Sinds de inwerkingtreding op 1
september 2024 van verordening (EU, Euratom) 2024/2019
van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024
tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende het Statuut van
het Hof van Justitie van de Europese Unie (zie daarover ook
dit
ECER-bericht) deelt het Hof van Justitie van de EU
(hierna: EU-Hof) met het Gerecht van de Europese Unie de
bevoegdheid om zich middels een prejudiciële beslissing uit
te spreken over de uitleg van het Unierecht en over de
geldigheid van handelingen van de instellingen, organen of
instanties van de Unie.
Gezien het grote belang van
deze wijziging was het noodzakelijk om de tekst van de
aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties met
betrekking tot het instellen van prejudiciële procedures bij
te werken. Net zoals in de vorige versies van deze
aanbevelingen, wordt in herinnering gebracht wat de
essentiële kenmerken van de prejudiciële procedure zijn en
met welke punten de nationale rechterlijke instanties
rekening moeten houden voordat zij zich tot het EU-Hof
wenden. Tegelijkertijd worden er enkele praktische
aanwijzingen over de vorm en de inhoud van een verzoek om
een prejudiciële beslissing gegeven, alsmede over de
voorlopige analyse die van deze verwijzingen bij binnenkomst
bij het EU-Hof wordt gemaakt om te bepalen welke
rechterlijke instantie bevoegd is om er kennis van te nemen.
Zodra dit is bepaald, wordt het verzoek om een prejudiciële
beslissing door het EU-Hof of het Gerecht in wezen op
dezelfde manier behandeld. Behoudens de uitzonderlijke
mogelijkheid van heroverweging, zijn de beslissingen van het
Gerecht definitief en hebben zij dezelfde draagwijdte als de
beslissingen van het EU-Hof.
De Aanbevelingen gaan
onder meer nader in op wie bijvoorbeeld de indiener van het
verzoek om een prejudiciële beslissing kan zijn, het
voorwerp en de strekking van het verzoek, vorm en inhoud van
het verzoek, bescherming van persoonsgegevens, het proces en
verloop rondom een verzoek om een prejudiciële beslissing,
voorwaarden voor een versnelde procedure en hoe het contact
tussen Hof en Geerecht, de verwijzende rechter en de
partijen in het hoofdgeding verloopt. Ook bevatten de
aanbevelingen een bijlage waarin de essentiële bestanddelen
van een verzoek om een prejudiciële beslissing zijn
weergegeven.
Meer informatie:
EUR-Lex
: Publicatieblad EU
ECER-website
: EU-Hof – Procedureregels
ECER-EU-Essentieel:
Instellingen en overige organen – EU-Hof