Bratislava-proces over toekomst EU zonder VK van start
Nieuwsbericht | 27-09-2016
Op 16 september kwamen de staatshoofden en regeringsleiders van 27 lidstaten van de EU informeel bijeen in Bratislava om zich zonder aanwezigheid van het VK te beraden over de uitkomst van het Britse referendum. De bijeenkomst vond plaats onder voorzitterschap van de voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, en in bijzijn van de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker. Directe aanleiding voor het samenzijn lag in het appèl van de Europese Raad van 28 en 29 juni (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1129) om te komen tot een reflectieproces over de toekomst van de EU.
De inzet van het kabinet voor deze eerste bijeenkomst van dit reflectieproces staat in de kamerbrief van 9 september jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1143). De bijeenkomst te Bratislava werd afgesloten met een verklaring. Het proces zal worden voortgezet met vervolgbijeenkomsten in de marge van de Europese Raden van oktober en december 2016. Voorts zullen de voornoemde staatshoofden en regeringsleiders begin 2017 opnieuw bijeenkomen in Valletta, Malta, en bij gelegenheid van de bijeenkomst over 60 jaar Verdrag van Rome in maart 2017.
De 27 staatshoofden en regeringsleiders waren het eens over de grote waarde van de EU voor veiligheid, welvaart en welzijn op het continent. In een brede discussie werd van gedachten gewisseld over de agenda van de komende maanden en over de noodzaak om helder te maken waar de meerwaarde van de EU ligt. Er bestond grote consensus over de drie thema’s migratie en buitengrenzen, interne en externe veiligheid, en economische en sociale ontwikkeling, met extra aandacht voor de positie van jongeren. In de verklaring van Bratislava met daarin de werkagenda («Bratislava roadmap») waarin deze onderwerpen nader worden omschreven.
Tegelijkertijd werd ook duidelijk dat de verschillen van inzicht over de invulling van deze prioriteiten niet verdwenen zijn. Zo willen sommige leiders meer nadruk leggen op het onverkort nakomen van bestaande verplichtingen op het gebied van relocatie en hervestiging, terwijl anderen meer resultaten willen zien bij verbeterde handhaving van het grenstoezicht. Hetzelfde gold de verdere vormgeving van de samenwerking op het terrein van externe veiligheid en defensie. Ook op economisch terrein bestonden verschillende inzichten. Deze betroffen onder meer de timing van en nadruk op de wenselijkheid van de inzet van EU-instrumenten voor de bevordering van bijvoorbeeld investeringen en de aanpak van jeugdwerkloosheid, en de noodzaak om op nationaal niveau onverminderd voort te gaan op het pad van structurele hervormingen en begrotingsconsolidatie. Leiders onderstreepten het belang van spoedige ratificatie van het klimaatverdrag van Parijs.
Nederland vroeg aandacht voor een effectieve uitvoering van de migratie-afspraken, waaronder op het gebied van hervestiging en herplaatsing, grensbewaking en de migratie compacts. De Minister-President riep ertoe op bij de Europese defensiesamenwerking een pragmatische en realistische benadering te kiezen. Daarnaast onderstreepte hij het belang van een effectieve uitvoering van de afspraken op het gebied van interne markt zoals overeengekomen op de Europese Raad van 28 en 29 juni jl. zodat de voordelen van een verdere verdieping van de interne markt aan iedereen ten goede komen.
Alle aanwezigen waren het erover eens dat de EU beter moet functioneren om de uitdagingen van de toekomst gezamenlijk aan te pakken. In lijn met het Nederlandse streven voor betere naleving van gemaakte afspraken in de EU, zoals ook tot uitdrukking is gekomen tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap (o.a. Kamerstuk 34 139, nr. 18), benadrukte de Minister-President het belang om te komen tot versterking van bestaande mechanismes voor het bevorderen van de implementatie van genomen besluiten. Voor dit uitgangspunt in het bijzonder bleek brede overeenstemming te bestaan.
Op basis van werkagenda zullen de voorzitters van de Europese Raad, de Europese Commissie en de Raad gedrieën met prioriteit vervolg geven aan de uitvoering van bovenstaande thema’s, bouwend op bestaande maatregelen en initiatieven. De volgende bijeenkomsten zullen de gelegenheid bieden voor een evaluatie van concrete voortgang en zo nodig het geven van nieuwe impulsen voor vervolgacties. De Europese Raad van 20–21 oktober a.s. biedt daartoe een eerste mogelijkheid.
Meer info: