Brexit: Europese Commissie start twee nieuwe inbreukprocedures tegen het Verenigd Koninkrijk

Contentverzamelaar

Brexit: Europese Commissie start twee nieuwe inbreukprocedures tegen het Verenigd Koninkrijk

De Europese Commissie heeft op 15 juni 2022 twee inbreukprocedures ingeleid tegen het VK. Volgens de Commissie heeft het VK nagelaten belangrijke delen van het Protocol inzake Ierland en Noord-Ierland ten uitvoer te leggen. Tevens heeft de Commissie besloten om een in maart 2021 ingeleide inbreukprocedure tegen het VK naar de tweede fase te brengen door een met redenen omkleed advies (MROA) uit te brengen.

Achtergrond

De Europese Unie wenst een positieve en stabiele relatie met het Verenigd Koninkrijk. Deze relatie moet gebaseerd zijn op de volledige naleving van de juridisch bindende verplichtingen die beide partijen ten opzichte van elkaar zijn aangegaan, gebaseerd op de tenuitvoerlegging van het Terugtrekkingsakkoord (TA) en de Handels- en samenwerkingsovereenkomst (HSO). Beide partijen hebben over deze overeenkomsten onderhandeld, ze goedgekeurd en geratificeerd.

Na lange en intensieve besprekingen tussen de EU en het VK is het Protocol inzake Ierland en Noord-Ierland vastgesteld. Het protocol is een integrerend onderdeel van het Terugtrekkingsakkoord. Het voorkomt een harde grens op het Ierse eiland, beschermt het Goede-Vrijdagakkoord (Belfast) van 1998 in al zijn dimensies en waarborgt de integriteit van de interne markt van de EU.

De EU heeft volgens de Commissie begrip getoond voor de praktische moeilijkheden die zich bij de uitvoering van het Protocol voordoen, en heeft aangetoond dat binnen het kader van het protocol oplossingen kunnen worden gevonden. Desondanks is de Commissie van mening dat het VK heeft nagelaten om belangrijke delen van het Protocol ten uitvoer te leggen. De Commissie heeft daarom besloten om twee nieuwe inbreukprocedures tegen het VK in te leiden en een in maart 2021 ingeleide inbreukprocedure naar de tweede fase te brengen.

Inbreukprocedures

Certificeringsvoorschriften

Ten eerste heeft de Commissie besloten om de op 15 maart 2021 ingeleide inbreukprocedure naar de tweede fase te brengen door een met redenen omkleed advies uit te brengen. Deze inbreukprocedure is ingeleid omdat het VK het protocol niet naar behoren ten uitvoer heeft gelegd, met name wat betreft de certificeringsvoorschriften voor het verkeer van agrovoedingsproducten. De procedure was vorig jaar opgeschort in een geest van constructieve samenwerking om ruimte te scheppen voor het zoeken naar gezamenlijke oplossingen met het VK. De onwil van het VK om sinds februari een zinvolle discussie aan te gaan - en het unilaterale optreden van het VK - druist echter rechtstreeks tegen deze geest in.

Indien de Britse regering niet binnen twee maanden antwoordt, zal de Commissie overwegen het VK voor het EU-Hof te dagen. Krachtens artikel 12, lid 4, van het Protocol beschikt het EU-Hof over alle bevoegdheden waarin de EU-Verdragen voorzien, met inbegrip van de mogelijkheid om een forfaitaire som of dwangsom op te leggen.

Sanitaire en fytosanitaire voorschriften en verstrekken van gegevens over handelsstatistieken voor Noord-Ierland

In de tweede plaats heeft de Commissie besloten een nieuwe inbreukprocedure tegen het VK in te leiden wegens het niet nakomen van zijn verplichtingen in het kader van de sanitaire en fytosanitaire (SPS) voorschriften van de EU. Het VK voert met name niet de nodige controles uit en zorgt niet voor voldoende personeel en infrastructuur in de grenscontroleposten in Noord-Ierland. Het VK heeft ook richtsnoeren uitgevaardigd die tot gevolg hebben dat het EU-recht niet wordt nageleefd.

In de derde plaats heeft de Commissie besloten een nieuwe inbreukprocedure tegen het VK in te leiden omdat het VK heeft verzuimd om de EU bepaalde gegevens te verstrekken over de handelsstatistieken voor Noord-Ierland.

De Europese Commissie heeft het VK op 15 juni 2022 aanmaningsbrieven gestuurd, waarin het VK wordt verzocht snel corrigerende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de bepalingen van het protocol weer worden nageleefd. Het VK heeft twee maanden de tijd om op de brieven te reageren.

Meer informatie: