C-013/05, Chacon Navas, arrest van 11 juli 2006

Contentverzamelaar

C-013/05, Chacon Navas, arrest van 11 juli 2006

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van 11 juli 2006, in de zaak C-13/05, Chacón Navas tegen Eurest Colectividades SA

Betrokken departementen

BZK, SZW en VWS

Sleutelwoorden

Richtlijn 2000/78/EG – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Begrip handicap

Beleidsrelevantie

Het Hof geeft een ruime uitleg aan het begrip handicap in richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep. Echter niet zo ruim dat ziekte per definitie onder het begrip handicap valt. Ook kan de werkingssfeer van de richtlijn niet tot ziekte worden uitgebreid. De uitleg van het Hof spoort in het algemeen met de uitleg van het begrip handicap in de Nederlandse wetgeving.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

Chacón Navas is ontslagen omdat zij met ziekteverlof was. De Spaanse rechter vraagt het Hof of het bij richtlijn 2000/78 geschapen algemene kader ter bestrijding van discriminatie op grond van handicap bescherming biedt aan een persoon die uitsluitend wegens ziekte door zijn werkgever is ontslagen.

Het Hof legt eerst het begrip “handicap” in de zin van richtlijn 2000/78 uit. Het begrip “handicap” is een communautair begrip en dient te worden opgevat als een beperking die met name het gevolg is van lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen en die de deelneming van de betrokkene aan het beroepsleven belemmert. Een beperking kan slechts als “handicap” worden opgevat indien het waarschijnlijk is dat zij van langere duur is. Een persoon die uitsluitend wegens ziekte door zijn werkgever is ontslagen, valt niet binnen het algemene kader dat richtlijn 2000/78 heeft geschapen ter bestrijding van discriminatie op grond van handicap. In de artikelen 2, lid 1, en 3, lid 1, sub c, van richtlijn 2000/78 wordt een verbod van discriminatie op grond van handicap op het gebied van ontslag vastgesteld. Dit verbod betekent dat het ontslag van een persoon wegens een handicap slechts gerechtvaardigd is als de betrokken persoon niet bekwaam, in staat en beschikbaar is om de essentiële taken van zijn functie te vervullen, waarbij rekening wordt gehouden met de verplichting om in redelijke aanpassingen voor gehandicapten te voorzien.

Vervolgens gaat het Hof in op de vraag van de rechter of ziekte kan worden beschouwd als een bijkomende discriminatiegrond naast de andere door richtlijn 2000/78 verboden gronden. Geen bepaling van het EG-Verdrag bevat een verbod van discriminatie op grond van ziekte als zodanig. Artikel 13 EG en artikel 137 EG, gelezen in samenhang met artikel 136 EG, regelen aldus het Hof slechts de bevoegdheden van de Gemeenschap. Verder betreft artikel 13 EG naast discriminatie op grond van handicap niet mede discriminatie op grond van ziekte als zodanig. Deze bepaling kan dus zelfs niet de rechtsgrondslag vormen voor maatregelen van de Raad ter bestrijding van een dergelijke discriminatie. Ook uit het algemene beginsel van non-discriminatie volgt niet dat de werkingssfeer van richtlijn 2000/78 naar analogie dient te worden uitgebreid tot andere discriminaties dan die gebaseerd op de in artikel 1 van deze richtlijn limitatief opgesomde gronden.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten

Richtlijn 2000/78 is omgezet in de Wet gelijke behandeling bij handicap of chronische ziekte. De uitleg die in deze wet aan het begrip handicap wordt gegeven spoort in het algemeen met de uitleg die het Hof aan het begrip handicap geeft. Het Hof is in deze zaak niet ingegaan op alle aspecten van de definitie van handicap. De verdere uitleg daarvan zal moeten blijken uit volgende jurisprudentie.

Voorstel voor behandeling

De ICER zendt het fiche en het bijbehorende arrest aan de ministers van Justitie, SZW, BZK en VWS en verzoekt de minister van Justitie het fiche en het arrest naar de Raad voor de Rechtspraak door te zenden. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.