C-042/07 Liga Portuguesa, arrest van 8 september 2009, C-203/08 Betfair & C-258/08 Ladbrokes, arresten van 3 juni 2010 (Gevoegde gokzaken)

Contentverzamelaar

C-042/07 Liga Portuguesa, arrest van 8 september 2009, C-203/08 Betfair & C-258/08 Ladbrokes, arresten van 3 juni 2010 (Gevoegde gokzaken)

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van de EU van 8 september 2009 in zaak C-42/09 Liga Portuguesa de Futebol Profissional, Bwin International Ltd tegen Departamento de Jogos da Santa casa da Misericórdia de Lisboa, en arresten van het Hof van Justitie van de EU van 3 juni 2010 in zaak C-203/08 Sporting Exchange Ltd (‘Betfair’) tegen Minister van Justitie en in zaak C-258/08 Ladbrokes Betting & Gaming Ltd., tegen Stichting de Nederlandse Sporttotalisator.

Betrokken departementen
JUS, EZ, BZ

Sleutelwoorden
Vrij verkeer van diensten- exploitatie van kansspelen via internet- exclusieve vergunningverlening

Beleidsrelevantie
Het is toegestaan om gokbedrijven, die gevestigd zijn in een andere EU-lidstaat en daar een exploitatievergunning hebben, te weren van de nationale kansspelmarkt. Het is, onder voorwaarden, toegestaan een exclusief recht voor het aanbieden van kansspelen op internet toe te kennen aan één aanbieder. Ook het Nederlandse stelsel, van één exclusieve kansspelvergunning voor bepaalde kansspelen, is toegestaan. Buitenlandse kansspelaanbieders kunnen hierdoor geweerd worden van de Nederlandse markt ook wat het aanbieden van kansspelen via internet betreft. Het introduceren van nieuwe kansspelen en het maken van reclame door vergunninghouders is ook toegestaan, mits dit op een gecontroleerde wijze gebeurt. De exclusieve kansspelvergunningen hoeven niet te worden aanbesteed, mits de overheid strenge controle kan uitoefenen op de activiteiten van de vergunninghouder.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
In zaak C-42/09 is het Portugese verbod op kansspelen in het geding. Er wordt via een vergunningstelsel aan overheidslichamen en particuliere ondernemingen toegestaan om bepaalde spelen te exploiteren. Bwin biedt in samenwerking met de Liga Portuguesa vanuit Gibraltar via internet kansspelen op de Portugese voetbalcompetitie aan. Zij krijgen hiervoor een boete opgelegd wegens inbreuk op aan Santa Casa exclusief voorbehouden rechten. Bwin en de Liga menen dat dit in strijd met het vrij verkeer van diensten (artikel 56 VWEU). Het Hof bevestigt dat er sprake is van een beperking van het vrij verkeer van diensten. Het Hof overweegt dat dit gerechtvaardigd kan worden met het oog op criminaliteitsbestrijding, bescherming van de consument en het vermijden van maatschappelijke problemen. Dat geldt des te meer voor gokken op internet, waar het risico op fraude hoger is en voor de lidstaat bij gebrek aan harmonisatie, moeilijker controleerbaar dan traditionele kansspelen.
De toekenning van exclusieve rechten acht het Hof in dit geval daarom een geschikt middel. De Portugese monopolist wordt door het Hof beoordeeld als een instelling die (bovenstaande) doelstellingen van algemeen belang dient. Bovendien houdt de Portugese overheid streng toezicht op deze instelling. Dit zorgt voor een beheersbare, veilige en eerlijke exploitatie die het Hof ook noodzakelijk acht voor kansspelen aangeboden via internet.

Zowel in C-203/08 Betfair als zaak C-258/08 Ladbrokes werd het Nederlandse stelsel van exclusieve vergunningverlening ter discussie gesteld. Nederland kent een gesloten vergunningstelsel voor kansspelen. Er wordt één vergunning per kansspel verstrekt. Ook hier heeft het Hof geoordeeld dat het vanuit een oogpunt van fraude- en criminaliteitsbestrijding is toegestaan om andere deelnemers te weren van de kansspelmarkt. Dat is niet in strijd met het vrij verrichten van diensten.
Bovendien is het, onder voorwaarden, ook toegestaan dat de exclusieve vergunninghouder zijn aanbod van kansspelen aantrekkelijker maakt door nieuwe kansspelen te introduceren en reclame te maken. Dit is het geval 1) wanneer illegale gokactiviteiten een probleem vormen, dat met de uitbreiding van activiteiten kan worden ondervangen; 2) Deze uitbreiding verenigbaar is met de doelstelling gokverslaving te beteugelen. Hierbij is het van belang dat de opbrengsten van de kansspelen niet een doel op zich vormen, maar een bijkomend voordeel zijn. Het is aan de verwijzende rechter, de Hoge Raad, om na te gaan of de uitbreiding van kansspelen en het maken van reclame passen binnen een kader van een ‘gecontroleerd expansiebeleid in de kansspelsector, dat er daadwerkelijk op gericht is de speellust in het legale circuit te leiden’.
Verder bepaalt het Hof in de zaak Betfair dat aanbieders van kansspelen in beginsel eerlijk moeten kunnen concurreren om de vergunning. Hierop maakt het Hof direct een uitzondering, namelijk als er sprake is van 1) een openbare exploitant wiens beheer onder rechtstreeks toezicht staat van de Staat; 2) een particuliere exploitant op wiens activiteiten de overheid een strenge controle kan uitoefenen. De verwijzende rechter, Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, zal moeten bepalen of het Nederlandse toezicht op de activiteiten van de vergunninghouders (zoals de Lotto) streng genoeg is.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid en de rechtspraktijk op nationaal niveau
Indien de Hoge Raad en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordelen dat het Nederlandse stelsel aan de voorwaarden zoals door het Hof geformuleerd voldoet, hebben de uitspraken geen directe gevolgen voor beleid of regelgeving.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt dit fiche en het bijbehorende arrest ter kennisname aan de ministers van Justitie, van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken. Een vervolgfiche is niet nodig.