C-072/02, Commissie tegen Portugal, arrest van 24 juni 2003

Contentverzamelaar

C-072/02, Commissie tegen Portugal, arrest van 24 juni 2003

Datum arrest, zaaknummer, partijen

Datum arrest, zaaknummer, partijen

Arrest van het Hof van Justitie van 24 juni 2003, C-72/02, Commissie/Portugal (niet-omzetten van notificatiebepaling)

Betrokken departementen

Alle

Sleutelwoorden

Niet-nakoming - Richtlijnen 92/43/EEG en 79/409/EEG ─ Instandhouding van natuurlijke habitats en behoud van de vogelstand ─ Notificatieverplichting

Beleidsrelevantie

Een periodieke rapportageverplichting (zoals neergelegd in artikel 12 van richtlijn 79/404/EG "vogelrichtlijn") hoeft niet te worden omgezet in nationaal recht. Een feitelijke (notificatie) handeling is voldoende.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

In deze zaak wordt Portugal verweten een aantal artikelen van richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand niet of niet correct in nationale wetgeving te hebben omgezet.

Het Hof stelt vast dat deze klachten gegrond zijn, met uitzondering van de aangevoerde niet-omzetting van artikel 12 van richtlijn 79/409/EEG. Dit artikel legt aan elke lidstaat een (periodieke) notificatieverplichting op. Deze notificatie houdt in dat lidstaten verplicht zijn elke drie jaar bij de Commissie een rapport in te dienen over de toepassing van alle nationale maatregelen die krachtens deze richtlijn zijn getroffen, zodat deze kan toezien op de naleving van de richtlijn.

Het is vaste rechtspraak dat elke lidstaat verplicht is om in zijn nationale rechtsorde alle maatregelen te treffen die nodig zijn om de volle werking van die richtlijn overeenkomstig het doel ervan volledig te verzekeren.

Het Hof stelt dat deze bepaling enkel een betrekking tussen de lidstaten en de Commissie vastlegt, en oordeelt dat de Commissie niet afdoende heeft aangetoond dat naleving van de rapportageverplichting de vaststelling van een specifieke omzettingsmaatregelen in de nationale rechtsorde vereist.

Daarnaast heeft Portugal in het verleden feitelijk aan de rapportageverplichting van artikel 12 van de richtlijn voldaan (zonder dat er sprake was van een omzettingsmaatregel in de nationale rechtsorde).

Het Hof concludeert dat Portugal artikel 12 van richtlijn 79/404/EG niet behoeft om te zetten middels het vaststellen van specifieke wettelijke omzettingsmaatregelen.

Korte analyse

In dit arrest stelt het Hof vast dat de rapportageverplichting niet hoeft te worden geïmplementeerd, nadat de Commissie heeft medegedeeld dat Portugal in het verleden feitelijk aan de richtlijn heeft voldaan en de Commissie niet heeft aangetoond dat de naleving van deze verplichting omzettingsmaatregelen vereist. De bepaling omtrent deze rapportageverplichting betreft de verhouding tussen de lidstaat en de Commissie. Het Hof stelt aldus, niet expliciet, dat deze bepaling kennelijk geen rechten en verplichtingen voor particulieren bevat. Het is vaste rechtspraak van het Hof dat bepalingen die als zodanig rechten en verplichtingen voor particulieren bevatten, omzetting behoeven in nationale regelgeving.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau

In zaak C-324/01 (wel omzetting van notificatiebepaling) stelde het Hof, dat de daar aan de orde zijnde notificatiebepaling wel omzetting behoeft. Kennelijk beoogde die notificatiebepaling als zodanig wel rechten en plichten voor burgers. In onderhavige zaak oordeelt het Hof anders. Het Hof stelt vast dat aan deze notificatieverplichtingen kan worden voldaan door feitelijke nakoming, tenzij de Commissie kan aantonen dat nationale omzettingsmaatregelen vereist zijn.

De verschillende uitkomsten in onderhavige zaak en zaak C-324/01 lijken voort te vloeien uit het feit, dat aard en inhoud van de beide notificatietypes verschillen.

In het onderhavige arrest gaat het om een notificatie met een louter procedureel karakter (artikel 12 van de richtlijn 79/409). Ingevolgde dit artikel moeten de lidstaten rapporteren over de toepassing van de nationale maatregelen die krachtens de richtlijn zijn getroffen. De notificatiebepaling in het onderhavige arrest behelst een periodieke rapportageplicht jegens de Commissie en is niet gekoppeld aan materiële rechten en of verplichtingen.

In zaak C-324/01 gaat het om inhoudelijke bepalingen (artikel 6 lid 4 en artikel 7 van de richtlijn 92/43). In zaak C-324/01 hangen de in het geding zijnde notificatiebepalingen namelijk nauw samen met normatieve richtlijnbepalingen. Artikel 6 lid 4 biedt mogelijkheden voor de lidstaten om in geval van groot openbaar belang, plannen die in strijd zijn met de eigenlijke strekking van de richtlijn toch uit te voeren. In die situatie is de lidstaat echter wel verplicht alle compenserende maatregelen te nemen die nodig zijn om de algehele samenhang van het doel Natura 2000 te waarborgen. De lidstaat heeft dan de verplichting de Commissie op de hoogte te stellen van de genomen compenserende maatregelen. Artikel 7 bepaalt dat de verplichtingen uit artikel 6 in de plaats komen van soortgelijke verplichtingen uit een eerder richtlijn.

Het (voorlopige) gevolg van deze arresten ten aanzien van notificatiebepalingen kan als volgt worden samengevat. In geval een richtlijn een notificatiebepaling bevat dient te worden bezien of in het voorliggende geval kan worden volstaan met een feitelijke handeling (bij een procedurele bepaling) of dat omzettingsmaatregelen noodzakelijk zijn (bij een meer inhoudelijke bepaling).

Het Hof dient nog uitspraak te doen in een soortgelijke zaak (C-296/01). Wellicht zal het Hof dan meer duidelijkheid geven over deze materie.

Voorstel voor behandeling

· De ICER stuurt het fiche en het arrest ter kennisneming aan alle ministers.

· Na de uitspraak in C-296/01 wordt bezien of een nader ICER-advies noodzakelijk is.

· Arrest en fiche worden verwerkt in de "101 Praktijkvragen over de implementatie van EG-besluiten".