C-088/03, Commissie tegen Portugal, arrest van 6 september 2006
Signaleringsfiche Arrest van het Hof van Justitie van 6 september 2006, in de zaak C-88/03, Portugese Republiek tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Belastingverlaging Azoren)
Betrokken departementen BZK, FIN, EZ
Sleutelwoorden Staatssteun - Door regionale of plaatselijk overheidslichaam vastgestelde belastingmaatregelen - Selectieve aard
Beleidsrelevantie Dit arrest gaat in op selectiviteit, één van de criteria waaraan een maatregel moet voldoen om staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1 EG te vormen. Voor het eerst formuleert het Hof de voorwaarden waaronder een regionale verlaging van een nationaal belastingtarief een selectieve maatregel kan vormen. Deze voorwaarden kunnen wellicht ook een leidraad bieden voor overige niet-fiscale maatregelen van decentrale overheden.
Samenvatting van feiten, redenering en dictum De Portugese regio der Azoren heeft het nationale belastingstelsel aangepast aan specifiek voor deze regio geldende kenmerken. Met deze regeling is een tariefverlaging van inkomstenbelasting ingevoerd voor natuurlijke en rechtspersonen met een fiscale woon- of vestigingsplaats op de Azoren. De Commissie oordeelde dat sprake is van selectieve voordelen voor ondernemingen in bepaalde regio’s van een lidstaat in vergelijking met het algemene stelsel van de lidstaat en dus van staatssteun.
Het Hof overweegt, anders dan de Commissie, dat een maatregel niet louter selectief is omdat deze enkel geldt voor een bepaalde regio van een lidstaat. Van belang is of een regionale entiteit dermate autonoom is dat zij en niet het centrale bestuur van een lidstaat een fundamentele rol speelt in de vaststelling van de politieke en economische omgeving waarin ondernemingen opereren. In dat geval vormt het grondgebied waarop de regionale entiteit haar bevoegdheden uitoefent en niet het gehele grondgebied van een lidstaat de relevante context om te beoordelen of sprake is van selectieve maatregelen. Van het regionale grondgebied kan worden uitgegaan als de maatregel door de regionale entiteit is genomen in de uitoefening van voldoende autonome bevoegdheden ten opzichte van de centrale overheid. De beslissing moet in dat geval zijn genomen:
Als ook op regionaal niveau sprake is van selectieve maatregelen, moet nog worden nagegaan of de maatregel door de aard en opzet van het belastingstelsel wordt gerechtvaardigd en daarom geen steunmaatregel in de zin van artikel 87, lid 1, EG is. Portugal had een dergelijke rechtvaardiging onvoldoende aangetoond, waardoor staatssteun niet is uitgesloten. Bij de beoordeling of de uitzonderingsbepaling van artikel 87, lid 3, sub a, EG (regionale ontwikkeling) van toepassing is, heeft de Commissie verder geen fout gemaakt door te stellen dat ondernemingen die financiële activiteiten dan wel activiteiten van het type “dienstverrichtingen binnen groepen” uitvoeren niet passen binnen deze uitzondering op het staatssteunverbod. Op objectieve gronden, te weten het feit dat deze activiteiten uiterst gemakkelijk kunnen worden verplaatst, verschilt de situatie van de financiële sector van die van de andere economische sectoren van de Azoren. Deze activiteiten dragen onvoldoende bij aan de regionale ontwikkeling en zijn, mede omdat Portugal niet heeft aangetoond dat dit wel het geval zou zijn, daarom onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.
Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten De in het arrest genoemde voorwaarden bieden een handvat om na te gaan of een regionale belastingmaatregel een selectieve maatregel is en derhalve staatssteun kan vormen in de zin van artikel 87, lid 1 EG. Deze voorwaarden zouden in Nederland bij nieuwe decentrale afwijkingen in belastingtarieven kunnen worden gehanteerd. Of er in Nederland sprake is van voldoende politieke en fiscale autonomie van decentrale autoriteiten in de zin van het arrest is zeer twijfelachtig. Bovendien moet de regionale maatregel zien op alle ondernemingen in het regionale grondgebied. De voorwaarden kunnen wellicht een leidraad bieden voor overige - niet-fiscale - maatregelen van decentrale overheden.
Voorstel voor behandeling De ICER stuurt het fiche en het bijbehorende arrest ter kennisneming naar alle ministers. De ICER verzoekt de minister van BZK om het fiche en het arrest onder de aandacht te brengen van het IPO en de VNG en de minister van Justitie om deze door te zenden naar de Raad voor de Rechtspraak. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.