C-089/21 Romega

Contentverzamelaar

C-089/21 Romega

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     13 april 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     30 mei 2021

Trefwoorden : voedselveiligheid

Onderwerp :

Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden

Feiten:

Aan verzoekster is Op 16 oktober 2018 heeft de nationale dienst voor levensmiddelen en veeartsenijkunde voor Klaipėda (hierna: NDLV voor Klaipėda) een dringende kennisgeving over onveilige levensmiddelen en diervoeder gepubliceerd, waarin werd gesteld dat pathogene microorganismen van het type Salmonella kentucky waren aangetroffen in kippenvlees dat uit Polen was ingevoerd. Aan verzoekster is een boete opgelegd en een verbod tot het in de handel brengen van onveilige producten nadat was geconstateerd dat bij door in de handel gebrachte pluimvee Salmonella kentucky was aangetroffen. Zij gaat hier tegen in beroep bij de rechter.

Overweging:

Gelet op de in de overwegingen van verordening nr. 1086/2011 vermelde doelstellingen van de wijzigingen van verordening nr. 2160/2003 en verordening nr. 2073/2005, om het juiste evenwicht te bereiken tussen de vermindering van menselijke salmonellose als gevolg van de consumptie van pluimveevlees enerzijds en de economische gevolgen van de toepassing van dat criterium anderzijds, heeft deze kamer twijfels over de discretionaire bevoegdheid van de bevoegde toezichthoudende autoriteiten van lidstaten om deze levensmiddelencategorie te controleren op besmetting met andere salmonellaserotypen dan die welke worden vermeld in bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005.

Prejudiciële vragen:

Moeten artikel 1 van verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, en artikel 14, lid 8, van verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, aldus worden uitgelegd dat zij de bevoegde toezichthoudende autoriteiten van een lidstaat de discretionaire bevoegdheid verlenen om vast te stellen dat vers pluimveevlees dat voldoet aan de voorschriften van bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005, niet voldoet aan de voorschriften van artikel 14, leden 1 en 2, van verordening nr. 178/2002, indien een levensmiddel uit die categorie besmet is met andere salmonellaserotypen dan die welke zijn vermeld in bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005, zoals in casu het geval is[?]

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-282/15

Specifiek beleidsterrein: LNV