C-092/00, Hospital Ingenieure, arrest van 18 juni 2002

Contentverzamelaar

C-092/00, Hospital Ingenieure, arrest van 18 juni 2002

Datum arrest, zaaknummer, partijen
Arrest van het Hof van Justitie EG van 18 juni 2002, zaak C-92/00, Hospital Ingenieure Krankenhaustechnik Planungs-Gesellschaft mbH tegen Stad Wenen

Betrokken departementen
Alle departementen

Sleutelwoorden
Overheidsopdrachten voor dienstverrichting, intrekking van aanbesteding, omvang rechterlijke toetsing.

Beleidsrelevantie
Het Hof bevestigt dat een aanbestedende dienst kan besluiten om een reeds aangevangen aanbesteding onder de richtlijn Diensten (92/50/EG) in te trekken. Er bestaat geen gunningsplicht. De redenen voor intrekking moeten worden meegedeeld aan de gegadigden en inschrijvers. Bovendien mogen deze redenen niet in strijd zijn met de fundamentele beginselen van het gemeenschapsrecht (zoals vrijheid van vestiging en dienstverlening, transparantie, non-discriminatie en bevordering van mededinging binnen Europa). Deze norm is niet met zoveel woorden terug te vinden in de richtlijn Diensten, maar wordt door het Hof uit de doelstelling van deze richtlijn en uit de richtlijn Rechtsbescherming bij overheidsopdrachten (89/665/EEG) afgeleid. Het besluit tot intrekking moet kunnen worden voorgelegd aan de nationale rechter. De omvang van diens toetsing kan niet worden beperkt door regels van nationaal recht.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Stad Wenen heeft een aanbesteding ingetrokken waarop Hospital Ingenieure Krankenhaustechnik Planungs-Gesellschaft mbH (hierna: HI) had ingeschreven. Het ging om het uitvoeren van de projectleiding bij de realisatie van een strategisch concept voor de levering van maaltijden in een aantal ziekenhuizen. Nadat de offertes, waaronder die van HI, waren ingediend, heeft Stad Wenen "om dwingende redenen" de aanbesteding binnen de voor de gunning bepaalde termijn ingetrokken. In antwoord op een verzoek om inlichtingen van HI heeft Stad Wenen de intrekking nader toegelicht. Het bleek dat aan het eind van de voor indiening van de offertes gestelde termijn een discussie was gevoerd waardoor het oorspronkelijke masterplan was gewijzigd. Besloten was het project voortaan decentraal uit te voeren, waardoor geen externe projectleider meer nodig was.

HI vermoedt dat Stad Wenen deze aanbesteding heeft ingetrokken om zo te ontsnappen aan de verplichting om een gegadigde uit te sluiten waarin Stad Wenen direct of indirect een belang heeft. HI concludeert daaruit dat het intrekkingsbesluit discriminerend was en is hiertegen bij de Vergabekontrollsenat en Verfassungsgerichtshof in beroep gegaan met het doel dit besluit nietig te doen verklaren. Het Verfassungsgerichtshof heeft vervolgens het Hof een aantal vragen gesteld, waaronder de vraag of een besluit tot intrekking van een aanbesteding toetsbaar moet zijn in een beroepsprocedure, en daarbij eventueel nietig kan worden verklaard.

Het Hof overweegt dat de richtlijn voor rechtsbescherming lidstaten de verplichting oplegt te voorzien in procedures waardoor tegen besluiten die in het kader van een aanbestedingsprocedure worden genomen, beroep kan worden ingesteld op grond van schending van het gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten. De vraag is vervolgens of een besluit tot intrekking van een aanbesteding onder het gemeenschapsrecht voor overheidsopdrachten valt. Artikel 12, lid 2, van de richtlijn Diensten is het enige artikel dat specifiek ingaat op de intrekking van een aanbesteding. Dit artikel moet volgens het Hof zo worden uitgelegd dat een aanbestedende dienst die een aanbesteding intrekt verplicht is de redenen hiervoor aan de gegadigden en inschrijvers mee te delen. Dit betekent echter niet dat de aanbestedende dienst verplicht is de aanbesteding te voltooien.

Dat de richtlijn Diensten geen nadere voorwaarden stelt aan een besluit tot intrekking neemt volgens het Hof niet weg dat voor een dergelijk besluit de fundamentele regels van het gemeenschapsrecht blijven gelden. Het Hof onderbouwt dit door te verwijzen naar het achterliggende doel van artikel 12, lid 2, van de richtlijn Diensten. Dat achterliggende doel is het opheffen van belemmeringen in het vrije verkeer van diensten door een minimaal transparantieniveau en naleving van het beginsel van gelijke behandeling te waarborgen. Hiermee is de brug gelegd naar de fundamentele regels van het Verdrag in het algemeen, en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit in het bijzonder. Consequentie is dat een dergelijk besluit valt onder de voorschriften waarin richtlijn de richtlijn voor rechtsbescherming voorziet, en dat lidstaten moeten voorzien in procedures inzake beroepen tot nietigverklaring.

Korte analyse
Dit arrest bevestigt dat een aanbestedende dienst een eenmaal onder de Richtlijn Diensten in gang gezette aanbesteding mag intrekken, maar dat tegen dit besluit beroep open moet staan bij de rechter. Deze zal toetsen of het besluit in strijd is met de fundamentele regels voor het gemeenschapsrecht in het algemeen, en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit in het bijzonder. De rechter kan een besluit tot intrekking nietig verklaren indien strijdigheid wordt geconstateerd. De toetsing vindt plaats op grond van de richtlijn Rechtsbescherming bij overheidsopdrachten, en niet op grond van de richtlijn Diensten; deze laatste richtlijn verplicht de aanbestedende dienst er slechts toe om de redenen voor zijn besluit tot intrekking van de aanbesteding mee te delen aan de gegadigden en inschrijvers.

Overigens moeten aanbestedende diensten zich ervan bewust zijn dat ook indien het besluit tot intrekking de toets aan het gemeenschapsrecht doorstaat zij op grond van de beginselen redelijkheid en billijkheid en precontractuele goede trouw gehouden kunnen zijn een vergoeding voor reeds gemaakte kosten te betalen.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Anders dan in Oostenrijk is aanpassing van de procedures in Nederland niet noodzakelijk. Deze voorzien al, via de civiele rechtsprocedure en de Raad van Arbitrage in voldoende mate in beroepsmogelijkheden, voor het geval een inschrijver of gegadigde in beroep wil gaan tegen een - in zijn ogen - onrechtmatig besluit van een aanbestedende dienst.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt het arrest en dit fiche ter kennisneming aan alle ministers, de VNG en het IPO.