C-116/25 NOI – Blagoevgrad

Contentverzamelaar

C-116/25 NOI – Blagoevgrad

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     14 april 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     31 mei 2025

Trefwoorden: sociale zekerheid, werkloosheidsuitkering, loondienst

Onderwerp: Verordening (EG) Nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels: overwegingen 4, 5, 10, 12, 13, 14, 32 en 45, art. 1, art. 2(1), art. 3(1)(h), art. 4, art. 61(1), art. 62(1-3) en art. 65(2) en (5)(a).

De Bulgaarse rechter vraagt het Hof of artikel 62 (leden 1 en 2) van verordening 883/2004 in de weg staat aan een nationale wet waarbij het bedrag van werkloosheidsuitkeringen berekend wordt op basis van meerdere inkomens uit verschillende lidstaten, in plaats van uitsluitend op basis van het laatstverdiende loon.

Prejudiciële vragen: 

1. Moet artikel 62, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat de berekening van het bedrag van de werkloosheidsuitkering niet uitsluitend wordt gebaseerd op het loon over het laatste tijdvak van werkzaamheden in loondienst, wanneer de wetgeving van de lidstaat die door het bevoegde orgaan wordt toegepast, voorziet in een specifiek tijdvak dat nodig is voor de vaststelling van de berekeningsgrondslag (basis) van de uitkeringen en het laatste tijdvak van werkzaamheden in loondienst korter is dan dat tijdvak, maar alle of een deel van de tijdvakken van werkzaamheden in loondienst krachtens de wetgeving van een andere lidstaat zijn vervuld? 

2. Moet artikel 62, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die voorziet in verschillende modaliteiten voor de berekening van het bedrag van de werkloosheidsuitkering naargelang de volgens de betrokken wetgeving vereiste tijdvakken van werkzaamheden in loondienst volledig onder die wetgeving zijn vervuld dan wel de vereiste tijdvakken van werkzaamheden in loondienst geheel of gedeeltelijk onder de wetgeving van een andere lidstaat zijn vervuld?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-29/19 Bundesagentur für Arbeit


Specifiek beleidsterrein: SZW

Gerelateerde documenten