C-132/25 M.M. Ristorazione

Contentverzamelaar

C-132/25 M.M. Ristorazione

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     3 april 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     20 mei 2025

Trefwoorden: intellectueel eigendomsrecht, merkrecht, voorlopige voorziening, uitzondering op de hoofdregel

Onderwerp: Richtlijn 2004/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 

betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: artikel 9, lid 5.

Deze zaak speelt tussen twee bedrijven en gaat om een voorlopig verbod op het gebruik van een merk (logo). Ter discussie staat de algemene (Unierechtelijke) regel dat voorlopige maatregelen geen gevolgen meer hebben wanneer er niet tijdig een bodemprocedure wordt gestart. Het is de vraag of de Italiaanse regelgeving waarbij maatregelen met een anticiperend karakter wél hun gevolgen behouden wanneer er niet tijdig of geen bodemprocedure wordt gestart, in strijd is met de Unierechtelijke bepaling. 

Prejudiciële vraag: 
Moet artikel 9, lid 5, van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan artikel 132, lid 4, van de codice della proprietà industriale (c.p.i.) - decreto legislativo n. 30 (Italiaans wetboek van industriële eigendom - wetsbesluit nr. 30) van 2005, zoals gewijzigd, op grond waarvan de regel van artikel 132, lid 3, c.p.i. dat een conservatoire maatregel niet langer gevolgen teweegbrengt wanneer de bodemprocedure niet binnen een dwingende termijn is ingeleid, niet van toepassing is op onverwijlde voorlopige voorzieningen die krachtens artikel 700 van de codice di procedura civile (Italiaans wetboek van burgerlijke rechtsvordering) zijn uitgevaardigd en andere conservatoire maatregelen die vooruit kunnen lopen op de gevolgen van de uitspraak in de hoofdzaak, ook al kan in dergelijke gevallen elk van de partijen die bodemprocedure inleiden?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: JenV; EZ