C-144/15 Customs Support Holland

Contentverzamelaar

C-144/15 Customs Support Holland

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraken
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   15 mei 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   1 juni 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   1 juli 2015
Trefwoorden: douanewetboek; Gecombineerde Nomenclatuur (GN); sojaeiwitconcentraat

Onderwerp
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (Pb L 256, blz I);.

Verzoekster heeft verweerder (Inspecteur) een bindende tariefinlichting (bti) gevraagd voor een soja-eiwitconcentraat (handelsnaam Imcosoy 62) dat wordt gebruikt als ingrediënt voor mengvoeders voor zeer jonge kalveren. Verzoekster stelt voor indeling in GN-code 2304 00 00 (perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van sojaolie, ook indien fijngemaakt of in pellets). Het concentraat dat na twee achtereenvolgende extracties uit sojabonen wordt gewonnen bestaat voor 62% uit eiwit en minder dan 10% uit zetmeel. De Inspecteur geeft in september 2010 een bti voor indeling in GN-post 2309 90 31 (bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren). In beroep voor Hof AMS wordt verzoekster in het gelijk gesteld, met name omdat het sojaschroot als afval moet worden beschouwd (in de zin van post 2304) en dat de tweede extractie het karakter van afval niet verloren doet gaan omdat noch de ingrediënten, noch de bestemming voor mengvoeders daarbij verandert. De door de Inspecteur aangevoerde indelingsVo. 444/2013 was ten tijde van de aanvraag nog niet van toepassing. Verweerder gaat in cassatie bij de verwijzende rechter.

De verwijzende rechter (HR) vraagt zich gezien verweerders middel af wat de draagwijdte van post 2304 is. In het middel betoogt verweerder dat indelingsVo. 444/2013 weliswaar (nog) niet van kracht is maar dat daaraan wel kan worden ontleend dat de door verzoekster voorgestelde indeling voor twijfel vatbaar is. Het sojaschroot is zonder twijfel als afval te beschouwen, maar de vraag is of dat ook voor het soja-eiwitconcentraat het geval is. De HR besluit de volgende vragen aan het HvJEU voor te leggen:
1. Dient post 2304 van de GN aldus te worden uitgelegd dat deze tariefpost mede omvat een sojaeiwitconcentraat dat is ontstaan na verwijdering van overgebleven vetten, koolhydraten (of voedingsvezels) en schadelijke stoffen uit vaste afvallen (zogeheten sojaschroot) van de oliewinning uit sojabonen, dat door die extractie geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als ingrediënt voor mengvoeder voor zeer jonge kalveren?
2. Indien de hiervoor onder 1 gestelde vraag ontkennend wordt beantwoord, is dan post 2308 of post 2309 van de GN van toepassing op een sojaeiwitconcentraat dat is verkregen op de wijze beschreven in de hiervoor onder 1 gestelde vraag?

Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten