C-160/96, M. Molenaar tegen Ortskrankenkasse BadenWürttemberg, arrest van 5 maart 1998

Contentverzamelaar

C-160/96, M. Molenaar tegen Ortskrankenkasse BadenWürttemberg, arrest van 5 maart 1998

Datum arrest, zaaknummer, partijen
HvJEG 5 maart 1998, zaak C160/96, M. Molenaar, en B. FathMolenaar tegen Allgemeine Ortskrankenkasse BadenWürttemberg

Sleutelwoorden
Vrij verkeer van werknemers - Prestaties bestemd ter dekking van risico van hulpbehoevendheid - toepasselijkheid Verordening (EEG) nr. 1408/71

Samenvatting van feiten, redeneringen dictum
De Duitse Pflegeversicherung is een in 1995 ingevoerde sociale verzekering ter dekking van het risico van hulpbehoevendheid. Zij omvat de verstrekking van langdurige zorg bij hulpbehoevendheid naar keuze in natura (kruiszorg) of als een bedrag in geld waarmee de belanghebbenden deze zorg zelf kunnen inkopen. Voor deze regeling worden afzonderlijke premies geheven over het loon. Molenaar woont in Frankrijk, werkt in Duitsland. De Duitse regering merkt de prestaties van deze Pflegeversicherung aan als medische zorg in natura, die volgens art. 19, eerste lid, van Verordening 1408/71 niet hoeft te worden geëxporteerd. Medische zorg kan volgens deze verordening worden ingeroepen volgens het pakket dat is omschreven in de sociale ziektekostenverzekering van het land waar men woont (woonstaat), ten laste van het land waar men verzekerd is (bevoegde staat). Molenaar bestreed vervolgens zijn verplichting om premies te betalen, omdat hij immers geen aanspraak kon maken op de prestaties van de Pflegeversicherung.

Het Hof analyseert het recht op prestaties ingevolge de Pflegeversicherung en verwerpt het standpunt van de Duitse regering dat het hier zou gaan om medische zorg in natura. Anders dan in zgn. retributiestelsels waar verzekerden zelf medische zorg betalen en de kosten daarvan terugbetaald krijgen op vertoon van het bonnetje, zijn de Duitse verzekerden vrij met het bedrag te doen wat zij willen (inkoop van professionele zorg, of gebruik maken van hulp van familie en het geld ergens anders aan besteden). Daarom moet deze prestatie volgens het Hof worden aangemerkt als een uitkering in geld, die op grond van art. 19, tweede lid, van Verordening 1408/71 wel kan worden geëxporteerd. De in de Duitse wetgeving voorkomende woonplaatseis kan dan ook niet worden tegengeworpen. Onder die omstandigheden kan Molenaar zich ook niet onttrekken aan de betaling van premies.

Korte analyse
Het Hof heeft duidelijkheid geschapen voor de toepassing van Verordening 1408/71 op de nieuwe Duitse Pflegeversicherung. Wanneer in plaats van medische zorg in natura, een uitkering in geld wordt geboden die bedoeld is om de belanghebbenden zelf medische zorg in te laten kopen zonder dat achteraf een rekening hoeft te worden overgelegd, moet een dergelijke uitkering ook worden toegekend aan personen die buiten het nationale grondgebied wonen en in dat stelsel verzekerd zijn. Daar staat tegenover dat deze personen op gelijke voet als de degenen die in de bevoegde staat wonen, de premie moeten betalen die voortvloeit uit de verzekering ingevolge een dergelijke regeling.

Eerste inventarisatie mogelijke effecten voor beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Wanneer in het kader van de Ziekenfondswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vormen van zorgvergoeding worden doorgevoerd waarvoor geen rekening hoeft te worden overgelegd overeenkomstig de Duitse regeling, moeten deze geldelijke uitkeringen ook worden toegekend aan personen die buiten Nederland wonen maar in Nederland verzekerd zijn ingevolge deze sociale verzekeringswetten.

Op gemeenschapsniveau zou moeten worden onderzocht welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de samenloop van dergelijke prestaties tussen de bevoegde staat en de woonstaat. Sommige groepen verzekerden zouden dubbele rechten hebben, andere groepen in het geheel geen recht (toelichting: personen die in Nederland wonen en in Duitsland werken hebben zowel recht op de Duitse uitkering als de Nederlandse (kruis)zorg. Personen die in Duitsland wonen en in Nederland werken hebben noch recht op de Nederlandse (kruis)zorg noch op de Duitse uitkering). Overigens is deze uitspraak niet alleen van belang voor Nederland in de relatie met Duitsland, maar ook met andere landen. Ook in Oostenrijk en Luxemburg zijn de laatste tijd vergelijkbare vormen van sociale zekerheid zijn geïntroduceerd.

Voorstel voor behandeling
ICER adviseert de Minister van Buitenlandse Zaken dit arrest en deze bevindingen, mede namens de Minister van Justitie, onder de aandacht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te brengen.