C-185/08 Latchways plc, Eurosafe Solutions BV tegen Kedge Safety Systems BV, Consolidated Nederland BV, arrest van 21 oktober 2010

Contentverzamelaar

C-185/08 Latchways plc, Eurosafe Solutions BV tegen Kedge Safety Systems BV, Consolidated Nederland BV, arrest van 21 oktober 2010

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van 21 oktober 2010, C-185/08, Latchways plc, Eurosafe Solutions BV tegen Kedge Safety Systems BV, Consolidated Nederland BV

Betrokken departementen

SZW, EL&I, I&M en BZK

Sleutelwoorden

Richtlijn 89/106/EEG – Producten bestemd voor bouw – Richtlijn 89/686/EEG – Persoonlijke beschermingsmiddelen – Besluit 93/465/EEG – CE-markering – Verankeringsvoorzieningen tegen vallen van hoogte bij werkzaamheden op daken – Norm EN 795

Beleidsrelevantie

Dit arrest heeft duidelijkheid gecreëerd in een lange discussie over (de veiligheid van) verankeringsvoorzieningen: Vaste verankeringsvoorzieningen op daken vallen onder richtlijn 89/106 (bouwproducten) en niet onder richtlijn 89/686 ( persoonlijke beschermingsmiddelen).
De bepalingen van Europese Norm 795 voor verankeringsvoorzieningen (klasse A1) vallen niet binnen de werkingssfeer van richtlijn 89/686 en maken daarom geen deel uit van het Unierecht. Besluit 93/465 staat niet toe dat een CE-markering wordt aangebracht op een product wanneer dat product niet onder de richtlijn valt op grond waarvan die CE-markering kan worden voorzien, zelfs als het product voldoet aan de in die richtlijn vastgestelde technische voorschriften.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

In het onderliggende geschil tussen twee aanbieders van concurrerende verankeringsvoorzieningen tegen vallen van hoogte bij werkzaamheden op daken gaat het om de vraag of hierop CE-markeringen mogen worden aangebracht. De prejudiciële vragen zijn er daarom vooral op gericht duidelijkheid te krijgen welke Europese regelgeving op de verankeringsvoorzieningen van toepassing is en wat daarbij de juridische status van de Europese norm (EN) 795 is.
Het Hof stelt ten eerste vast dat Europese Norm 795 een technische norm is, die door CEN is uitgewerkt op grond van een mandaat dat de Commissie had verleend krachtens richtlijn 89/686. Hoewel de referenties van deze norm zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU, wees die mededeling erop dat de bekendmaking geen betrekking heeft op de uitrusting beschreven in klasse A van de norm en dat deze uitrusting niet kan worden geacht in overeenstemming te zijn met de bepalingen van richtlijn 89/686. Daarom kunnen de bepalingen van norm EN 795 over verankeringsvoorzieningen van klasse A1 niet worden beschouwd als geharmoniseerde technische specificaties, maar als een norm vastgesteld door een particuliere normalisatie-instelling. Het Hof concludeert dat deze bepalingen daarom geen deel uitmaken van het Unierecht.
Vervolgens onderzoekt het Hof of de betrokken verankeringsvoorzieningen vallen onder richtlijn 89/106 (voor de bouw bestemde producten) of onder richtlijn 89/686 (persoonlijke beschermingsmiddelen). Uit de definitie van een persoonlijk beschermingsmiddel in richtlijn 89/686 concludeert het Hof dat een dergelijk product gedragen of vastgehouden moet kunnen worden door de gebruiker tijdens het werk. Aangezien de voorzieningen bestaan uit een structureel verankeringssysteem dat aan een bouwwerk wordt bevestigd en waaraan een persoonlijk beschermingsmiddel moet worden bevestigd, vallen zij noch als persoonlijk beschermingsmiddel, noch als verbindingssysteem onder richtlijn 89/686.
Richtlijn 89/106 is daarentegen van toepassing op producten die vervaardigd zijn om blijvend deel uit te maken van bouwwerken en dienen om onaanvaardbare risico’s bij het gebruik van een bouwwerk of de activiteiten die erin worden verricht, te voorkomen. Volgens het Hof vallen de betrokken verankeringsvoorzieningen, die deel uitmaken van het bouwwerk en bevestigd zijn om de veiligheid bij activiteiten op het dak ervan te waarborgen, onder richtlijn 89/106.
Ten slotte overweegt het Hof dat een CE-markering niet facultatief mag worden aangebracht op een product dat niet onder de richtlijn valt waarin het aanbrengen van de CE-markering is voorzien, zelfs al voldoet dat product aan de in die richtlijn gestelde technische voorschriften. De CE-markering mag alleen worden aangebracht op producten waarvoor dit is voorzien in harmonisatiewetgeving van de Unie. Anders kan verwarring ontstaan over de betekenis van de CE-markering.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten

Met dit arrest is duidelijkheid gecreëerd in een lange discussie over (de veiligheid van) vaste verankeringsvoorzieningen op daken. De Arbeidsinspectie heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat vaste verankeringsvoorzieningen niet onder richtlijn 89/686 vielen, zodat uit hoofde daarvan geen CE-markering mocht worden aangebracht. Een van de partijen in het hoofdgeding was van mening dat deze CE-markering wel mocht, omdat de voorzieningen voldeden aan norm EN 795, die als onderdeel van die richtlijn werd beschouwd.
Het is daarom van belang om deze uitspraak onder de aandacht te brengen van de brancheverenigingen die zich bezig houden met werken op hoogte en te benadrukken dat het niet is toegestaan op vaste ankerpunten een CE markering aan te brengen, omdat ze zouden voldoen aan de technische voorschriften uit richtlijn 89/686. Voor dergelijke verankeringsvoorzieningen is een CE-markering wel mogelijk als de fabrikant op grond van richtlijn 89/106 een Europese technische goedkeuring vraagt en ook krijgt.

Voorstel voor behandeling

De ICER zendt dit fiche en het arrest ter kennisname aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Infrastructuur en Milieu en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met het verzoek het arrest onder de aandacht te brengen van belanghebbende partijen op hun terrein. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.