C-195/06, Österreichischer Rundfunk, arrest van 18 oktober 2007

Contentverzamelaar

C-195/06, Österreichischer Rundfunk, arrest van 18 oktober 2007

Signaleringsfiche
Arrest van het Hof van Justitie van 18 oktober 2007, in de zaak C-195/06 Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria) tegen Österreichischer Rundfunk (ORF)

Betrokken departementen
OCW, JUS, VWS

Sleutelwoorden
Richtlijn 89/552/EEG - Artikel 1, sub c en f - Televisieomroepdiensten - werkingssfeer –

Beleidsrelevantie
Het arrest is van belang voor de vraag of belspelletjes op televisie onder de begrippen ‘telewinkelen’ of ‘televisiereclame’ vallen. In deze beide gevallen telt de uitzendduur van een belspelletje mee bij de reclamezendtijd, waarvoor een maximum geldt van 12 minuten per uur, zoals bepaald in artikel 18 van Richtlijn 89/552/EEG.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
De prejudiciële vragen zijn gesteld in verband met een geding tussen de Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria) (Oostenrijkse regelgevende instantie voor de media) en de Österreichische Rundfunk (ORF). De vraag die is voorgelegd aan het Hof betreft of een uitzending van een door ORF georganiseerd spel (“Quiz-Express”), waaraan een prijs verbonden is, kan worden aangemerkt als “telewinkelen” of als “televisiereclame” in de zin van respectievelijk artikel 1 sub c en artikel 1 sub f van Richtlijn 89/552/EEG (“Televisie zonder grenzen”). De ORF is de Oostenrijkse publieke omroep en mag op grond van de wet geen telewinkelprogramma’s uitzenden. In een uitzending van “Quiz-Express” wordt het publiek door de presentator aangespoord om deel te nemen aan een spel waaraan een prijs is verbonden. Men kan deelnemen door het bellen van een betaalnummer waarvoor men € 0,70 betaalt aan de telefoonexploitant. Deze laatste heeft een overeenkomst met de ORF.

Het spel bestaat uit twee delen. Het eerste deel omvat een toevalselement, namelijk dat met een bepaald telefoonnummer contact moet worden gemaakt om in de uitzending te komen. In het tweede deel antwoordt de geselecteerde kijker op een vraag in de uitzending. De bellers die het niet is gelukt om in de uitzending te komen nemen deel aan de verloting van een “weekprijs”. Volgens het Hof van Justitie kan het spelletje “Quiz-Express”, gelet op de eigen kenmerken ervan, worden aangemerkt als “telewinkelen”. Het is echter aan de verwijzende rechter, om bij het bepalen of een belspelletje als “telewinkelen” kan worden aangemerkt, rekening te houden met het doel van de uitzending waarin het spel plaatsvindt, het belang van het spel binnen de uitzending, het soort vragen dat aan de kandidaat worden gesteld en de gewenste economische resultaten. Het spel kan dus als “telewinkelen” worden aangemerkt indien het spel een daadwerkelijke onafhankelijke economische dienstverrichting is en niet slechts een aanbieding tot amusement.

Het Hof heeft tevens geoordeeld dat een dergelijk televisiespelletje als “televisiereclame” kan worden aangemerkt indien het spel wegens doel, inhoud en omstandigheden waarin de te winnen prijzen worden voorgesteld, de kijker beoogt aan te zetten tot het verkrijgen van de als te winnen prijzen voorgestelde goederen en diensten. Belspelletjes kunnen verder als “televisiereclame” worden aangemerkt indien er wordt beoogd deze diensten indirect in de vorm van zelfpromotie te bevorderen.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten
Op de Nederlandse televisie komen soortgelijke belspelletjes voor die wellicht als telewinkelen of televisiereclame kunnen worden aangemerkt. Hiervoor geldt dan de maximumuitzendduur van 12 minuten per uur. Kanttekening hierbij is dat indien de belspelletjes op de speciale “telewinkelkanalen” worden geplaatst en dan duidelijk onderscheiden worden van het algemene programma, er niet hoeft te worden voldaan aan de uurlimiet.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt dit fiche en het bijbehorende arrest ter kennisname aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Om de consequenties voor het Nederlandse beleid inzake promotionele kansspelen goed in beeld te brengen, mede in verband met een op handen zijnde herziening van dit beleid en een lopend strafrechtelijk onderzoek naar belspelletjes, is een vervolgfiche noodzakelijk.