C-196/08 Acoset SpA, arrest van 15 oktober 2009

Contentverzamelaar

C-196/08 Acoset SpA, arrest van 15 oktober 2009

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van 15 oktober 2009, in zaak C-196/08, Acoset SpA

Betrokken departementen
VenW, JUS, VROM en SZW

Sleutelwoorden

Artikelen 43 EG, 49 EG en 86 EG –Transparantie en gelijkheidsbeginsel- Plaatsing van overheidsopdrachten – Gunning van waterdienst aan gemengde vennootschap – Openbare procedure – Aanwijzing van particuliere partner die wordt belast met exploitatie van dienst – Geen dubbele aanbestedingsprocedure

Beleidsrelevantie

Het Hof heeft in deze zaak verduidelijkt dat geen dubbele aanbestedingsprocedure hoeft te worden gevoerd in een geval waarbij eerst een particuliere partner van een speciaal voor de uitvoering van een concessieovereenkomst voor diensten opgerichte gemengde publiek private vennootschap met een enkel statutair doel via een openbare aanbesteding wordt geselecteerd en vervolgens de concessie aan die vennootschap wordt gegund. De betrokken aanbestedingsprocedure moet dan wel in overeenstemming zijn met de voor concessies geldende beginselen van vrije mededinging, transparantie en gelijke behandeling. Ook dient  de selectie van de private partner niet alleen op basis van de kapitaalinbreng te geschieden, maar tevens op basis van  de vereisten die in het kader van de te verlenen dienst aan deze partner moeten worden gesteld en de kenmerken van de offerte gelet op de te leveren prestaties.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

Deze zaak betreft de exploitatie van een geïntegreerde waterdienst en de uitvoering van de bij het exclusieve beheer van deze dienst horende werken door een gemengde publiek-private vennootschap. Voor de selectie van de particuliere minderheidsaandeelhouder is in het PbEG een aankondiging van opdracht gepubliceerd. De aanbestedende dienst vreesde dat de toegepaste procedure in strijd was met het gemeenschapsrecht. Om die reden heeft deze, in plaats van de opdracht te gunnen aan Acoset, de partij die uit deze procedure als winnaar naar voren was gekomen, de procedure geannuleerd. Tegen deze annulering heeft Acoset beroep ingesteld bij de nationale rechter. De verwijzende rechter heeft het Hof daarop gevraagd naar de verenigbaarheid met het gemeenschapsrecht (artikelen 43 EG, 49 EG en 86 EG) van rechtstreekse gunning van een openbare dienst die bepaalde voorafgaande werkzaamheden vereist aan een gemengde publiek-private vennootschap, die speciaal is opgericht voor de verlening van deze dienst en een enkel statutair doel heeft, en waarbij de particuliere partner via een openbare aanbestedingsprocedure wordt geselecteerd na controle van zowel de financiële, technische, operationele en beheersvereisten van de te verlenen dienst als de kenmerken van de offerte gelet op de te leveren prestaties. Het Hof antwoordt dat zo’n gunning verenigbaar is met het gemeenschapsrecht. Het Hof stelt voorop dat het feit dat een private entiteit en een aanbestedende dienst samenwerken in het kader van een entiteit met gemengd kapitaal, geen reden is om de regels inzake concessieovereenkomsten niet na te leven wanneer aan die private entiteit of de entiteit met gemengd kapitaal een concessieovereenkomst wordt gegund. Een dubbele aanbestedingsprocedure valt echter niet goed te rijmen met de beoogde vermindering van procedurele formaliteiten. Volgens het Hof kon selectie van de concessiehouder in dit geval worden geacht indirect voort te vloeien uit die van de particuliere partner, aangezien bij de selectiecriteria ook rekening was gehouden met de technische geschiktheid van de partner en de kenmerken van de offerte ten aanzien van de te verrichten specifieke dienst. Het Hof voegt hieraan toe dat de vennootschap gedurende de volledige concessieduur wel hetzelfde statutair doel dient te behouden en bij elke wezenlijke wijziging van de overeenkomst een aanbesteding moet worden uitgeschreven.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten

Uit de Interpretatieve mededeling van de Commissie over de toepassing van het gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten op geïnstitutionaliseerde publiek- private samenwerking (PB 2008, C 91) kon reeds worden afgeleid dat een dubbele aanbestedingsprocedure niet in alle gevallen nodig is, maar het was nog niet geheel helder. Het Hof heeft dit nu expliciet bevestigd. Dit schept duidelijkheid voor projecten waarin sprake is van gemengde publiek-private samenwerking.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt dit fiche en het bijbehorende arrest ter kennisname aan alle ministers met het verzoek aan de minister van BZK dit fiche tevens door te sturen aan de VNG, het IPO en de UvW. Een vervolgfiche is niet nodig.