C-202/25 Tadmur 

Contentverzamelaar

C-202/25 Tadmur 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     7 mei 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     23 juni 2025

Trefwoorden: Terugkeerbesluit, intrekking vluchtelingenstatus, vertrekplicht, non-refoulement

Onderwerp: Richtlijn 2008/115 (Terugkeerrichtlijn): art. 6; Richtlijn 2011/95: artt. 17 en 19.
 
Verzoekende partij ‘HG’ heeft in Nederland vanaf 7 januari 2016 subsidiaire bescherming gekregen vanwege zijn herkomst uit Syrië, maar kreeg geen vluchtelingenstatus. Nadat hij door de rechtbank Limburg is veroordeeld voor onder meer poging tot doodslag, is hij door verweerder aangemerkt als een gevaar voor de openbare orde. Zijn subsidiairebeschermingsstatus is daarom ingetrokken. Hoewel hem een vertrekplicht is opgelegd, kon er vanwege het non-refoulementsbeginsel geen terugkeerbesluit worden genomen op grond van richtlijn 2008/115. Het is de vraag of Nederland verplicht is toch een terugkeerbesluit op te leggen aan iemand die illegaal verblijft, ook als feitelijke verwijdering niet mogelijk is. Daarnaast rijst de vraag of gelijktijdig moet worden vastgesteld dat verwijdering wordt uitgesteld.

Prejudiciële vraag: 
Dient artikel 6 van richtlijn 2008/115, gelezen in samenhang met artikelen 3, 5, 8 en 9, eerste lid onder a, van richtlijn 2008/115, en gelezen in samenhang met artikelen 17 en 19, tweede en derde lid onder a, van richtlijn 2011/95, aldus te worden uitgelegd dat de lidstaat, behoudens de in artikel 6, tweede tot en met vijfde lid van richtlijn 2008/115 genoemde uitzonderingen, verplicht is om jegens een derdelander die illegaal op zijn grondgebied verblijft en die is uitgesloten van subsidiaire bescherming, een terugkeerbesluit uit te vaardigen en dat indien de verwijdering naar het land van bestemming in strijd is met het beginsel van non-refoulement, de lidstaat verplicht is om gelijktijdig met het nemen van een terugkeerbesluit, schriftelijk te bevestigen dat de verwijdering van die derdelander wordt uitgesteld?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-877/24

Specifiek beleidsterrein: AenM