C-204/25 Kempen Advies Beerse e.a.
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 12 mei 2025 Schriftelijke opmerkingen: 28 juni 2025
Trefwoorden: handelsagentuurovereenkomst, opzeggingstermijn, nietigheid overeenkomst
Onderwerp: Richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake zelfstandige handelsagenten: artikelen 15.2 en 19.
In deze zaak gaat het om de beëindiging van handelsagentuurovereenkomsten tussen een bank en verschillende bedrijven. Na opzegging door de bank kwam er een minnelijk akkoord tot stand over vergoedingen. De eisers betwisten de geldigheid van het akkoord, zij menen dat hun wettelijke bescherming nog gold. De verwijzende rechter vraagt zich af of een handelsagentuurovereenkomst pas eindigt na de opzegtermijn of al bij kennisname van de opzegging.
Prejudiciële vraag: Dient de handelsagentuurovereenkomst als beëindigd beschouwd te worden in de zin van de artikelen 15.2 en 19 van de Richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten, op het ogenblik van de effectieve stopzetting van de handelsagentuurovereenkomst, dus na het verstrijken van de opzeggingstermijn, dan wel op het ogenblik dat de handelsagent kennisneemt of redelijkerwijze kennis kon nemen van de opzegging van de handelsagentuurovereenkomst?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-381/98; C-465/04 Honyvem Informazioni Commerciali; C-348/07
Specifiek beleidsterrein: EZ