C-212/96, Chevassus - Marche, arrest van 19 februari 1998

Contentverzamelaar

C-212/96, Chevassus - Marche, arrest van 19 februari 1998

Datum arrest, zaaknummer, partijen
HvJEG 19 februari 1998, C-212/96 Chevassus-Marche

Sleutelwoorden
Geldigheid en uitlegging van beschikking 89/688/EEG van de Raad van 22 december 1989 inzake de regeling voor de heffing, in de Franse overzeese departementen, op over zee aangevoerde goederen (octroi de mer) - Uitlegging van de art. 9, 12, 13 en 92, lid 2, EG-Verdrag - Regeling die vrijstelling toestaat ten voordele van lokale ondernemingen van deze overzeese departementen, op voorwaarde dat zij bijdragen tot bevordering of handhaving van een economische activiteit

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Chevassus-Marche is gevestigd in Frankrijk en komt op tegen de heffingsregeling voor Reunion die voorziet in een vrijstelling voor de lokale producten van Reunion. In de negende overweging van de considerans van de beschikking wordt overigens erkend, dat de vrijstellingsregeling waarin de beschikking voorziet onverenigbaar is met de bepalingen van artikel 95 van het Verdrag. Het Hof onderzoekt daarom of het Verdrag de Raad de mogelijkheid biedt, tijdelijk en bij wijze van overgang een vrijstellingsregeling voor de lokale productie toe te staan als voorzien in beschikking 89/688, die is gekoppeld aan een procedure van controle door de Commissie.

Het Hof stelt vast dat beschikking 89/688 alleen noodzakelijke, evenredige en nauwkeurig bepaalde vrijstellingen toestaat. Daarom is zij, op voorwaarde dat de verlening van vrijstelling in overeenstemming is met de strenge voorwaarden die zij daartoe stelt, niet onverenigbaar is met de artikelen 9, 12 en 13 van het Verdrag, en de tijdelijke afwijkingen van artikel 95 waarin zij voorziet, zijn gerechtvaardigd krachtens artikel 227, lid 2, gelezen in samenhang met artikel 226 van het Verdrag.

Korte analyse
Het betreft hier overgangsmaatregelen ten behoeve van de Franse overzeese departementen die het karakter hebben van steunverlening. Het Hof is bereid gebleken de onverenigbaarheid met het Verdrag toe te staan omdat de voorwaarden voor de vrijstelling als zeer streng worden aangemerkt.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Geen effecten; het gaat hier om de Franse departementen overzee (d.o.m.), waarop het gemeenschapsrecht in beginsel van toepassing is, tenzij anders bepaald; de Nederlandse Antillen zijn landen en gebieden overzee (t.o.m.), waarop het gemeenschapsrecht in beginsel niet van toepassing is, tenzij anders bepaald.

Voorstel voor behandeling
De ICER-V neemt de uitspraak voor kennisgeving aan.