C-239/18 Saatgut-Treuhandverwaltung

Contentverzamelaar

C-239/18 Saatgut-Treuhandverwaltung

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    18 mei 2018
Schriftelijke opmerkingen:                    4 juli 2018

Trefwoorden: subsidie; informatie;

Onderwerp:
-           Verordening (EG) nr. 1768/95 van de Commissie van 24 juli 1995 houdende vaststelling, overeenkomstig artikel 14, lid 3, van verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad inzake het communautaire kwekersrecht, van uitvoeringsbepalingen betreffende de afwijking ten gunste van landbouwers;

Feiten:

Verzoekster (Saatgut-Treuhandverwaltung) is werkzaam voor talrijke ondernemingen die in Duitsland houder van kwekersrechten en/of houder van exclusieve licenties voor de exploitatie van beschermde (planten)rassen zijn. Verweerder (Freistaat Thüringen) is een openbaar lichaam dat via een administratieve dienst is belast met het openbaar bestuur en de subsidieverlening. Verweer verzamelt derhalve de gegevens van de landbouwers die subsidie aanvragen en slaat deze op in een zogenaamde InVeKoS-databank. Verzoekster heeft bij brief van 05.04.2016 verweerder verzocht de gegevens die in de InVeKos-databank zijn opgeslagen, toe te zenden. Verweerder heeft dit verzoek op grond van §9(1) van de wet van de deelstaat Thüringen inzake de toegang tot informatie (hierna ThürIFG) afgewezen. Verweerder heeft tevens het hiertegen ingediende beroep van verzoekster verworpen. In haar vordering van 23.12.2016 bij de rechter in eerste aanleg heeft verzoekster zich op haar recht op informatie beroepen en geëist dat verweerder wordt veroordeeld tot het verstrekken van de in de databank opgeslagen gegevens. Verzoekster voert daartoe aan dat haar recht op informatie jegens verweerder voortvloeit uit artikel 11(1) van verordening 1768/95. Verweerder is een officiële instantie die betrokken is bij het toezicht op de landbouwproductie en heeft niet het recht om het verstrekken van de verlangde informatie te weigeren. Verweerder heeft aangevoerd dat hij bevoegd is het verstrekken van informatie te weigeren en dat hij geen officiële instantie (in de zin van de verordening) is. Behalve op grond van het weigeringsrecht in het ThürIFG, kan de informatie ook worden geweigerd indien het verkrijgen van informatie extra werk en kosten met zich meebrengt. De rechter in eerste aanleg heeft de vordering bij vonnis van 17.08.2017 afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en geeft aan dat zij de eventuele kosten voor bijvoorbeeld het programmeren van software zal vergoeden.

Overweging:

De uitlegging van artikel 11(1) van verordening 1768/95 is voor de beslechting van dit geschil van doorslaggevende betekenis. Indien verzoekster enkel ten aanzien van het (planten)ras een informatierecht heeft, is bovendien de uitlegging van artikel 11(2) (eerste en zesde streepje) van belang voor de beslissing, want dan komt het aan op de vraag of verweerder op grond van de daarin genoemde redenen het recht heeft om informatie te weigeren. Tevens rijst de vraag of het ook als extra werk of extra kosten kan worden uitgelegd, wanneer deze werkzaamheden door een dienstverlener worden verricht en verzoekster die de informatie verlangt, de desbetreffende kosten vergoedt of, zoals in het onderhavige geval, ertoe bereid is om deze kosten te vergoeden.

Prejudiciële vragen:

1. Bestaat er krachtens artikel 11, lid 1, van verordening nr. 1768/95 jegens officiële instanties een recht op informatie indien alleen informatie wordt verlangd over gewassen en niet over een beschermd ras?

2. Indien uit het antwoord op de eerste prejudiciële vraag blijkt dat een dergelijk recht op informatie kan worden ingeroepen:
a) Is een instantie die is belast met het toezicht op de subsidiëring van landbouwers met EU-gelden en in dit verband gegevens opslaat van verzoekende landbouwers die ook betrekking hebben op hun gewassen, een bij het toezicht op de landbouwproductie betrokken officiële instantie in de zin van artikel 11, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1768/95?
b) Is een officiële instantie bevoegd het verstrekken van de verlangde informatie te weigeren, indien het voor de informatieverstrekking noodzakelijk is dat de gegevens waarover zij beschikt door een derde worden verwerkt en gespecificeerd en hierdoor kosten ontstaan van ca. 6 000,00 EUR? Is het hierbij van belang of de verzoeker bereid is om deze kosten voor zijn rekening te nemen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Schulin C-305/00;

Specifiek beleidsterrein: LNV