C-266/05, Sison, arrest van 1 februari 2007, betr. hogere voorziening in de zaak Sison tegen Raad van de Europese Unie (T-150/03 en T-405/03).

Contentverzamelaar

C-266/05, Sison, arrest van 1 februari 2007, betr. hogere voorziening in de zaak Sison tegen Raad van de Europese Unie (T-150/03 en T-405/03).

Signaleringsfiche
Arrest van het Hof van Justitie van 1 februari 2007, in de zaak C-266/05P, betreffende een hogere voorziening in de zaak Sison tegen Raad van de Europese Unie (T-150/03 en T-405/03).

Betrokken departementen
JUS, BZK

Sleutelwoorden
Weigering toegang tot documenten van de instellingen – Bevriezing financiële tegoeden van bepaalde personen met oog op bestrijding terrorisme – Weigering mee te delen van welke staten een aantal documenten afkomstig is – Verordening EG/1049/2001.

Beleidsrelevantie
Het arrest is een beslissing in een reeks van arresten op het terrein van de bevriezingslijsten in het kader van terrorismebestrijding. In deze zaak gaat het specifiek om de vraag of de weigering van toegang aan Sison tot documenten en de weigering tot mededeling van de verstrekker van de documenten waar de beslissing om bepaalde maatregelen tegen hem te nemen op zijn gebaseerd rechtmatig is.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Bij besluit 2002/848/EG heeft de Raad de financiële tegoeden van onder andere de heer Sison bevroren in het kader van bestrijding van terrorisme. De Raad heeft zich hierbij gebaseerd op documenten die afkomstig zijn van bepaalde staten. De Raad heeft de toegang tot deze documenten geweigerd met een beroep op de bescherming van de openbare veiligheid en de internationale betrekkingen (artikel 4 lid 1 en 9 lid 3 verordening 1049/2001). De betrokken staten kunnen zich namelijk tegen verstrekking verzetten. Het Hof herhaalt het oordeel van het Gerecht dat de Raad een ruime beoordelingsmarge heeft bij de bepaling of bekendmaking van de documenten het openbaar belang kan schaden. De Gemeenschapsrechter toetst of de procedure- en motiveringsvoorschriften zijn nageleefd, de feiten materieel juist zijn en niet kennelijk verkeerd beoordeeld zijn en er geen misbruik van bevoegdheid is gemaakt. Voldoende is dat het om gevoelige documenten gaat waarvan de oorspronkelijke verstrekker zich tegen openbaarmaking verzet. Het bijzondere belang van Sison maakt dit niet anders.

Eerste inventarisatie van mogelijke effecten
Het arrest ziet specifiek op de toegang tot documenten die hebben geleid tot de plaatsing van Sison op de lijst van bepaalde personen van wie de financiële tegoeden zijn bevroren in het kader van terrorismebestrijding. De verstrekker van de documenten is bevoegd zich ertegen te verzetten dat de inhoud, het bestaan of de identiteit van de verstrekker van het document wordt bekendgemaakt. De zeer gevoelige inhoud van de documenten rechtvaardigt deze bijzondere behandeling. Dat het voor Sison daardoor zeer problematisch of nagenoeg onmogelijk wordt om te bepalen van welke staat het document afkomstig is, is volgens het Hof niet onevenredig te achten. Het arrest moet in samenhang met andere arresten op het terrein van de bevriezingslijsten en rechtsbescherming worden bezien.

Voorstel voor behandeling
De ICER stuurt het arrest en het signaleringsfiche ter kennisneming aan de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en verzoekt de minister van Binnenlandse Zaken om doorzending van het fiche en het arrest aan het interdepartementale Wob-overleg.