C-276/16 Prequ Italia
Prejudiciële hofzaak Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 25 juli 2016 Concept schriftelijke opmerkingen: 11 augustus 2016 Schriftelijke opmerkingen: 11 september 2016
Trefwoorden: communautair douanewetboek (CD); belastingen; rechtsbeginselen (hoor/wederhoor)
Onderwerp: - Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen tien rectificatieaanslagen die zij op 13-11-2009 opgelegd heeft gekregen voor btw die verzoekster niet had betaald omdat zij de ingevoerde goederen niet in een btw-entrepot had opgeslagen. In alle aanslagen was de mogelijkheid tot beroep en opschorting van tenuitvoerlegging aangegeven.
Verzoeksters grief betrof het niet-vermelden van een aantal invoerberichten in het pv van vaststelling waarop de aanslagen waren gebaseerd. Ook bestrijdt verzoekster de visie van verweerster (douane) dat verzoekster geen recht op hoor/wederhoor heeft: verweerster stelt volgens rechtspraak van het Hof van Cassatie in belastingzaken het beginsel van hoor en wederhoor niet geldt. Verzoekster stelt beroep in cassatie in.
De verwijzende ITA rechter (Hof van cassatie) heeft in zijn rechtspraak verschillende keren gewezen op het belang van eerbiediging van het recht van hoor en wederhoor in belastingzaken. In 2013 heeft hij in een arrest verklaard dat het hoor/wederhoorartikel niet van toepassing is op het gebied van rectificatie-aanslagen maar dat had te maken met de voorrang van een ander artikel. Hij heeft in 2015 geoordeeld dat niet-nakoming van de verplichting tot hoor/wederhoor ongeldigheid van een handeling in de administratieve fase, ook op gebied van belastingen, tot gevolg kan hebben. Hij haalt ook uitspraken van het HvJEU aan over het recht van hoor/wederhoor. Uit C-129/13 Kamino kan volgens de verwijzende rechter worden afgeleid hoe een verzuim door de compAut kan worden hersteld. Maar het probleem zit eerder in de onmogelijkheid in het ITA recht om opschorting van tenuitvoerlegging te verkrijgen, zoals wel mogelijk volgens het CD. Hij legt het HvJEU de volgende vraag oor:
“Staat het algemene Unierechtelijke beginsel van hoor en wederhoor in de procedure in de weg aan de [betrokken] Italiaanse [belasting]regeling voor zover deze regeling, ten behoeve van de belastingplichtige die niet is gehoord vóór de vaststelling van de belastingaanslag door de douaneadministratie, niet voorziet in opschorting van de tenuitvoerlegging van die aanslag als normaal gevolg van de instelling een hogere voorziening?”
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-349/07 Sopropé; C-129/13 Kamino;
Specifiek beleidsterrein: FIN en VenJ