C-279/25 Land Baden-Wurttemberg
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 6 juni 2025 Schriftelijke opmerkingen: 23 juli 2025
Trefwoorden: verblijfsrecht, dubbele nationaliteit, duurzaam gebruik van vrij verkeer
Onderwerp: VWEU: art. 21(1).
Verzoeker is een Algerijnse staatsburger die in 2009 naar Duitsland is gereisd en sindsdien daar verblijft. Hij is tussen 2017 en 2021 getrouwd geweest met een Poolse vrouw die op twaalfjarige leeftijd naar Duitsland was verhuisd. Zij heeft zowel een Poolse nationaliteit als een Duitse nationaliteit. Ze hebben samen drie kinderen met Duitse en mogelijk Poolse nationaliteit. De man heeft verzocht om een verblijfsrecht als familielid van een Unieburger, maar zijn verzoek werd afgewezen omdat zijn vrouw en kinderen geen duurzaam gebruik zouden hebben gemaakt van hun recht op vrij verkeer. De verwijzende rechter vraagt of artikel 21(1) VWEU in dit geval zorgt voor een afgeleid recht op verblijf voor verzoeker.
Prejudiciële vraag: Is artikel 21, lid 1, VWEU van toepassing op een burger van de Unie die sinds zijn geboorte de nationaliteit van twee lidstaten bezit en die de eerste twaalf jaar van zijn leven in de ene en daarna in de andere van de twee betreffende lidstaten heeft gewoond, zodat deze burger van de Unie een afgeleid verblijfsrecht kan verschaffen aan een onderdaan van een derde staat met wie hij voor bepaalde tijd gehuwd is geweest en met wie hij tezamen heeft verbleven in de tweede lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-434/15; C-165/16; C-541/15; C-148/02; C-438/14; C-456/12 O. en B.; C-86/12;
Specifiek beleidsterrein: AenM