C-286/25 BRANDL

Contentverzamelaar

C-286/25 BRANDL

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     18 juni 2025 
Schriftelijke opmerkingen:                     4 augustus 2025  

Trefwoorden: landbouwgrond, vruchtgebruik

Onderwerp: 63 VWEU en 17 Handvest 

De zaak heeft betrekking op een geschil over de verkoop van grond tussen BRANDL en het Hongaarse ministerie van Landbouw.

Prejudiciële vragen: 
Moeten artikel 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een regeling van een lidstaat op grond waarvan, na het herstel van een recht van vruchtgebruik op landbouwgrond dat in strijd met het Unierecht was doorgehaald, een financiële compensatie aan de vruchtgebruiker wordt toegekend waarbij geen rekening wordt gehouden met de aanzienlijke stijging van de marktwaarde, tijdens de door de doorhaling bestreken jaren, van de onroerende goederen waarvan het recht van vruchtgebruik was doorgehaald? 

Valt een regeling van een lidstaat op grond waarvan, na het herstel van een recht van vruchtgebruik op landbouwgrond dat in strijd met het Unierecht was doorgehaald, een financiële compensatie aan de vruchtgebruiker wordt toegekend waarbij geen rekening wordt gehouden met de aanzienlijke stijging van de marktwaarde, tijdens de door de doorhaling bestreken jaren, van de onroerende goederen waarvan het recht van vruchtgebruik was doorgehaald, onder het begrip „billijke vergoeding” als bedoeld in artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in het arrest C-235/17?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Grossmania (C-177/20), SEGRO en Horváth (C-52/16 en C-113/16, EU:C:2018:157

Specifiek beleidsterrein: EZ/LVVN

Gerelateerde documenten