C 290/15 Patrice d’Oultremont e.a.

Contentverzamelaar

C 290/15 Patrice d’Oultremont e.a.

Datum arrest, zaaknummer, partijen

Arrest van het Hof van Justitie van 27 oktober 2016, C‑290/15, Patrice d’Oultremont e.a.

 

Betrokken departementen

IenM en EZ

 

Sleutelwoorden

Richtlijn strategische milieubeoordeling (2001/42/EG) – Artikel 2 en 3 – Begrip ‘plannen en programma’s’ – Bij regelgevend besluit vastgestelde voorwaarden voor de installatie van windmolens – Bepalingen betreffende maatregelen inzake veiligheid, controle, herstel in de oorspronkelijke toestand en zekerheidstelling en normen inzake het geluidsniveau die zijn gedefinieerd naargelang de bestemming van de gebieden.

 

Beleidsrelevantie

Een algemene regeling kan een ‘plan of programma’ (hierna: ‘plan’) in de zin van richtlijn 2001/42 zijn, waarvoor een milieubeoordeling is vereist. Ontwijking van de richtlijn, bijvoorbeeld door het opknippen van de maatregelen van een plan, moet worden tegengegaan.

 

Samenvatting van feiten, redenering en dictum

De Waalse regering heeft een referentiekader en een planologisch kader voor de uitvoering van het windmolenprogramma in Wallonië gemaakt, maar deze worden niet definitief vastgesteld. Wel stelt de regering een besluit vast, dat er voornamelijk toe strekt moeilijkheden voor de bouw van windmolens die uit algemene geluidsnormen voortvloeien, te verhelpen. Het besluit bevat voorwaarden waaraan een windmolenpark moet voldoen (o.a. normen t.a.v. slagschaduw en geluidhinder). d’Oultremont e.a. verzoeken de Belgische rechter nietigverklaring van dat besluit en stellen dat een milieubeoordeling moest worden gemaakt. Deze rechter vraagt het Hof of het besluit een ‘plan’ in de zin van richtlijn 2001/42 is. Volgens het Hof is dit het geval en moest een milieubeoordeling worden gemaakt. Het Hof oordeelt dat een ‘plan’ betrekking moet hebben op een bepaald grondgebied, maar geen betrekking hoeft te hebben op de ruimtelijke ordening van een specifiek gebied. Een ‘plan’ is in breder opzicht gericht op de ruimtelijke ordening van gebieden of zones in het algemeen. De Belgische rechter had aangeven dat het bestreden besluit niet een compleet kader voor de windkrachtsector bevat. Het Hof herinnert in dat verband aan het doel van de richtlijn: maatregelen die een aanzienlijke invloed op het milieu kunnen hebben, aan een milieubeoordeling te onderwerpen. Bovendien vindt het Hof, dat de mogelijkheid om een strategie toe te passen waarmee de richtlijn wordt ontweken, moet  worden tegengegaan. Zo’n strategie kan bestaan uit het opknippen van de maatregelen van een ‘plan’. Volgens het Hof heeft ‘plan’ betrekking op elke handeling die, door vaststelling van op de betrokken sector toepasselijke regels en controleprocedures, een heel pakket van criteria en regels vaststelt voor de goedkeuring en de uitvoering van projecten, die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Het belang en de reikwijdte van de normen uit het bestreden besluit zijn voldoende groot om de op de betrokken sector toepasselijke voorwaarden te bepalen. De keuzes die via deze normen met betrekking tot het milieu worden gemaakt, dienen ertoe de voorwaarden vast te stellen waaronder toekomstige concrete projecten voor de bouw en exploitatie van windmolenparken kunnen worden vergund. ‘Plan’ kan ook betrekking hebben op een normatieve handeling die bij wet of besluit is vastgesteld. Een algemene regeling kan niet van het begrip ‘plan’ worden uitgesloten, omdat de richtlijn hiervoor geen bijzondere bepalingen treft.

 

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau

Dit arrest gaat over een specifieke situatie. Het lijkt erop dat het Hof, in navolging van de jurisprudentie over de milieueffectrapportage, nu ook bij de strategische milieubeoordeling de zgn. salamitactiek een halt toeroept.

Het kan echter niet worden uitgesloten dat het arrest ruimer uitgelegd moet worden, omdat het Hof enkele overwegingen in algemene bewoordingen stelt. Dat kan gevolgen hebben voor regelingen, die dan als plan zouden moeten worden aangemerkt, wanneer geen milieubeoordeling is gemaakt. Jurisprudentie over deze materie moet daarom nauwlettend worden gevolgd. Het Besluit m.e.r., dat de richtlijn omzet, wijst plannen aan waarvoor een milieubeoordeling vereist is. Deze specifieke aanwijzing van plannen zou op gespannen voet kunnen staan met het arrest. De nieuwe Omgevingswet is door de generieke aanwijzing van plannen in overeenstemming met de richtlijn. 

 

Voorstel voor behandeling

De ICER-H heeft het fiche vastgesteld en zendt dit fiche met het arrest ter kennisgeving aan de leden van het IOWJZ. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.