C-290/20 Latvijas Gāze

Contentverzamelaar

C-290/20 Latvijas Gāze

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     31 augustus 2020
Schriftelijke opmerkingen:                     17 oktober 2020

Trefwoorden : elektriciteit; aardgas;

Onderwerp :

-           Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 2(2) en artikel 4(2)a) en i);

-           Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/55/EG;

-           Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van richtlijn 96/92/EG;

 

Feiten:

De litigieuze wettelijke bepaling – artikel 841(1) van de energiewet – is in die wet ingevoegd bij wijzigingen van 2016, die noodzakelijk waren om te voldoen aan de vereisten van richtlijn 2009/73. In voornoemde wettelijke bepaling wordt bepaald dat de commissie voor de regulering van openbare diensten haar goedkeuring moet hechten aan de regels voor aansluiting op het aardgastransmissiesysteem die door de aardgastransmissiesysteembeheerder zijn vastgesteld. Op 18 april 2019 heeft de commissie voor de regulering van openbare diensten besluit nr. 1/7 goedgekeurd en volgens deze regels kan iedere gebruiker van aardgas zich zonder tussenkomst van een distributiesysteembeheerder aansluiten op het aardgastransmissiesysteem. Verzoekster heeft bij het grondwettelijk hof een beroep wegens ongrondwettigheid ingesteld op grond dat die regels inbreuk maakten op haar eigendomsrecht omdat de vaststelling van de litigieuze regels tot gevolg had dat de waarde van de groep van verzoekster is gedaald. De distributie van aardgas is een van de belangrijkste bedrijfsactiviteiten van de groep van verzoekster.

 

Overweging:

In casu moet worden bepaald of richtlijn 2009/73 zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat krachtens welke iedere gebruiker van aardgas zich kan aansluiten op het aardgastransmissiesysteem. In de onderhavige zaak moet rekening worden gehouden met artikel 2(2) VWEU inzake de bevoegdheden van de Europese Unie en de lidstaten op bepaalde gebieden. Volgens artikel 4(2)a) en i) delen de Europese Unie en de lidstaten bevoegdheden op de gebieden interne markt en energie.De vragen die in de onderhavige zaak zijn gesteld zijn niet eerder het voorwerp van rechtspraak van het Hof geweest. Daarom rechtvaardigen de omstandigheden van deze zaak de indiening van een verzoek om een prejudiciële beslissing bij het Hof.

 

Prejudiciële vragen:

1) Moeten artikel 23 en artikel 32, lid 1, van richtlijn 2009/73/EG aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verplicht zijn een wettelijke regeling vast te stellen volgens welke eindafnemers kunnen kiezen op welk systeem – een transmissie- of een distributiesysteem – zij zich willen aansluiten en de systeembeheerder verplicht is hen toegang tot het desbetreffende systeem te verlenen?

2) Moet artikel 23 van richtlijn 2009/73/EG aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verplicht zijn een wettelijke regeling vast te stellen volgens welke uitsluitend niet-huishoudelijke afnemers (d.w.z. industriële afnemers) zich kunnen aansluiten op het aardgastransmissiesysteem?

3) Moet artikel 23 van richtlijn 2009/73/EG, inzonderheid het begrip „nieuwe industriële afnemer”, aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verplicht zijn een wettelijke regeling vast te stellen volgens welke uitsluitend niethuishoudelijke afnemers (d.w.z. industriële afnemers) die niet eerst zijn aangesloten op het distributiesysteem zich kunnen aansluiten op het aardgastransmissiesysteem?

4) Moeten artikel 2, punt 3, en artikel 23 van richtlijn 2009/73/EG aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een wettelijke regeling van een lidstaat volgens welke de transmissie van aardgas het rechtstreekse transport van aardgas naar het systeem voor de levering van aardgas aan de eindafnemer omvat?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-239/07

Specifiek beleidsterrein: EZK