C-293/25 Hachev (Moguchev)
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 13 juni 2025 (= 30 mei + 2 weken) Schriftelijke opmerkingen: 30 juli 2025 (=30 mei +2 maanden)
Trefwoorden: Onderwerp: Artt 8 en 25 van kaderbesluit 2008/909/JBZ (…) wederzijdse erkenning op strafvonnissen en art 4 van kaderbesluit 2002/584/JBZ (…) betreffende het Europees aanhoudingsbevel
Welke procedure moet de rechter in eerste aanleg toepassen bij het behandelen en afdoen van een strafzaak in een geval waarin de tenuitvoerlegging van een EAB is geweigerd en de verbintenis is aangegaan om de straf zelf ten uitvoer te leggen, en de beslissingsstaat een certificaat heeft afgegeven en toegezonden – de procedure tot overbrenging van gevonniste personen, of de procedure volgens de wet waarbij kaderbesluit 2008/909/JBZ in de nationale rechtsorde is omgezet?
Prejudiciële vragen: 1) Moeten artikel 8, lid 1, en artikel 25 van kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat zij nationale wetgeving en rechtspraak toestaan volgens welke een nationale rechterlijke instantie die een vonnis waarbij een vrijheidsstraf is opgelegd en het in artikel 5, lid 1, van dit kaderbesluit bedoelde certificaat moet behandelen, voor de erkenning en tenuitvoerlegging van het desbetreffende strafvonnis een andere nationaalrechtelijke procedure kan toepassen dan die welke waarin de nationale wet tot omzetting van dat kaderbesluit voorziet, wanneer het certificaat en het vonnis zijn toegezonden nadat een rechterlijke instantie van dezelfde lidstaat heeft geweigerd het Europees aanhoudingsbevel ten uitvoer te leggen en zich er overeenkomstig artikel 4, punt 6, van kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten toe heeft verbonden om de straf zelf ten uitvoer te leggen?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie:
Specifiek beleidsterrein: JenV