C-298/25 Ofsets

Contentverzamelaar

C-298/25 Ofsets

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     20 juni 2025 
Schriftelijke opmerkingen:                     6 augustus 2025

Trefwoorden: 
Onderwerp: verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen

Het geschil ziet op de vraag of de ingestelde aansprakelijkheidsvordering wegens abrupte verbreking van vaste handelsbetrekkingen moet worden aangemerkt als een vordering uit overeenkomst dan wel uit onrechtmatige daad.

Prejudiciële vragen: 
Moeten artikel 1, lid 1, van het Verdrag van Rome van 19 juni 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst en artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II) aldus worden uitgelegd dat een schadevordering wegens het abrupt verbreken van vaste handelsbetrekkingen, die wordt beoordeeld aan de hand van wettelijke bepalingen inzake mededingingsbeperkende praktijken en dus van een wettelijke verplichting om zich van bepaalde soorten gedragingen te onthouden, betrekking heeft op een verbintenis uit onrechtmatige daad, ongeacht de contractuele banden die tussen de partijen kunnen zijn ontstaan?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:, C-196/15, C-548/12 , C-59/19

Specifiek beleidsterrein: EZ en JenV

Gerelateerde documenten