C-301/25 Lidl Italia
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 24 juni 2025 Schriftelijke opmerkingen: 10 augustus 2025
Trefwoorden: oneerlijke handelspraktijken, consumentenbescherming, levensmiddelen, sanctieregeling, evenredigheid
Onderwerp: artikel 169 VWEU, richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en artikel 7 van verordening nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.
Lidl Italia heeft een boete gekregen omdat op verpakkingen van deegwaren aanprijzingen staan die suggereren dat het product uit Italië komt, terwijl dat niet zo is. Bij de rechter voert Lidl aan dat de boete onbevoegd is opgelegd door de ASGCM, die alleen bevoegd is onder richtlijn 2005/29. Volgens Lidl is alleen verordening 1169/2011 van toepassing in dit geval (verstrekking van informatie over levensmiddelen aan consumenten). De rechter stelt vragen over de verhouding tussen die richtlijn en deze verordening en over de sancties die onder die bepalingen kunnen worden opgelegd.
Prejudiciële vragen: 1) Vormen de in artikel 7 van verordening (EU) nr. 1169/2011 bedoelde gedragingen bijzondere gevallen van oneerlijke handelspraktijken die hoe dan ook vallen onder artikel 6 en volgende van richtlijn 2005/29/EG en als zodanig ook onderworpen zijn aan artikel 11 en volgende van die richtlijn en de regeling waarbij die richtlijn in nationaal recht is omgezet? Of vormen zij daarentegen een aparte regeling voor de toepassing of uitvoering waarvan niet kan worden verwezen naar de richtlijn, maar uitsluitend, in het Italiaanse geval, naar wetsbesluit nr. 231/2017?
2) Vormen de in artikel 7 van verordening (EU) nr. 1169/2011 bedoelde gedragingen de enige bescherming voor de consument bij de aankoop van levensmiddelen, zodat de door richtlijn 2005/29/EG geboden algemene bescherming niet kan worden ingeroepen, of dragen zij daarentegen, samen met de bepalingen van richtlijn 2005/29/EG en de regeling waarbij die richtlijn in nationaal recht is omgezet, bij aan de consumentenbescherming?
3) Indien de in artikel 7 van verordening (EU) nr. 1169/2011 bedoelde gedragingen moeten worden aangemerkt als oneerlijke handelspraktijken en richtlijn 2005/29/EG daarop van toepassing is, is de in artikel 3 van wetsbesluit nr. 231/2017 bedoelde sanctieregeling dan geschikt om een afschrikkende werking met betrekking tot onrechtmatige gedragingen te verzekeren door de in artikel 169 VWEU bedoelde consumentenbescherming te waarborgen, en is zij hoe dan ook in overeenstemming met artikel 13 van richtlijn 2005/29/EG?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-54/17 en C-55/17, Wind Tre.
Specifiek beleidsterrein: LVVN, EZ