C-307/25 KFZ Kolak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 30 juni 2025 Schriftelijke opmerkingen: 16 augustus 2025
Trefwoorden: consumentenbescherming, garantie
Onderwerp: Richtlijn (EU) 2019/771 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen: artikel 13, lid 4, onder c).
Verzoekende partij heeft op 27 maart 2023 een auto gekocht van verwerende partij (een autogarage). Na een onderzoek bleek dat de motor olie lekt, waarop verzoeker ontbinding van de koopovereenkomst vordert, met terugbetaling van de koopprijs en andere gemaakte kosten. Verwerende partij voert aan dat verzoeker geen recht heeft op de gevraagde ontbinding, omdat zij de aangeboden verbetering (het maken van de lek) zonder reden had geweigerd. Het is de vraag of bij de beoordeling of er sprake is van een ernstig gebrek, het van belang is dat het gebrek met relatief weinig inspanningen kan worden verholpen.
Prejudiciële vragen: 1. Moet artikel 13, lid 4, onder c), van richtlijn (EU) 2019/771 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen aldus worden uitgelegd dat een gebrek dat de veiligheid van het goed aantast (in casu: olielekkage van een motorvoertuig dat uiteindelijk het risico van schade aan de motor met zich meebrengt), zelfs zonder het bestaan van andere voorwaarden, zoals een bijzonder afkeurenswaardig gedrag van de verkoper (bijvoorbeeld opzettelijke misleiding), zo ernstig is dat een onmiddellijke prijsvermindering of ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is? Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: 2. Geldt dit ook wanneer het gebrek met relatief weinig financiële inspanning kan worden verholpen?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -
Specifiek beleidsterrein: EZ