C-309/95, Commissie tegen Raad (staatssteun), arrest van19 februari 1998

Contentverzamelaar

C-309/95, Commissie tegen Raad (staatssteun), arrest van19 februari 1998

Datum arrest, zaaknummer, partijen
HvJEG 19 februari 1998, C-309/95 Commissie / Raad

Sleutelwoorden
Steunmaatregelen van de Staten - Nietigverklaring van het besluit van de Raad van 22 juni 1995 betreffende de toekenning van buitengewone steun aan tafelwijnproducenten in Frankrijk - toepassingsvoorwaarden van artikel 93, lid 2, derde alinea, EG-Verdrag

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
De Commissie had een voorgenomen steunmaatregel van de Franse regering onverenigbaar verklaard met het landbouwbeleid. De Franse regering heeft vervolgens de Raad verzocht een besluit te nemen zoals voorzien in art. 93, lid, derde alinea EG-Verdrag, waarbij werd vastgesteld dat bijzondere omstandigheden deze steun toch rechtvaardigden. De Commissie stelt beroep in tegen dit besluit binnen twee maanden na de officiele kennisgeving van de Raad aan de Franse regering, maar later dan twee maanden nadat de Commissie kennis had genomen van het besluit via de Raadsnotulen.

Omdat de Commissie het ontwerp-voorstel van Frankrijk aan de Raad kende, bij de besluitvorming in de Raad aanwezig was en uiterlijk op de datum van vaststelling van de notulen de exacte inhoud van het besluit tot in details kende, achtte het Hof het laatste moment in casu doorslaggevend als begin van de beroepstermijn. Het Hof verklaart het beroep van de Commissie niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Korte analyse
Het Hof stelt strenge voorwaarden aan de ontvankelijkheid op het punt van de procestermijnen voor de Commissie wanneer die heeft deelgenomen aan het overleg dat tot een aangevochten besluit leidt, dan partijen die daaraan niet hebben deelgenomen en hun kennis van het besluit ontlenen aan externe publicatiebronnen.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Wat voor de Commissie geldt, geldt niet a priori voor Nederland als lidstaat wanneer beroep moet worden ingesteld tegen een Raadsbesluit waaraan Nederland heeft deelgenomen. Deze besluiten moeten de lidstaat worden betekend of gepubliceerd in het PbEG. Vanaf dat moment gaat gaat de termijn pas lopen. Zie ook HvJEG 10 maart 1998, zaak C-122/95, Duitsland tegen Raad.

Voorstel voor behandeling
De ICER neemt het arrest voor kennisgeving aan.