C-317/04 en C-318/04, PNR, arrest van 30 mei 2006

Contentverzamelaar

C-317/04 en C-318/04, PNR, arrest van 30 mei 2006

Signaleringsfiche
Arrest van het Hof van Justitie van 30 mei 2006, in de gevoegde zaken C-317/04 en 318/04, Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie en Europese Commissie (Passagiersgegevens)

Betrokken departementen
JUS, V&W, BZ en BZK

Sleutelwoorden
Bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens – Besluit 2004/496/EG – Overeenkomst tussen Europese Gemeenschap en Verenigde Staten – Passenger Name Record van vliegtuigpassagiers aan het Bureau of Customs and Border Protection van VS doorgegeven – Richtlijn 95/46/EG – Beschikking 2004/535/EG – Passend beschermingsniveau

Beleidsrelevantie
Het Hof verklaart het besluit van de Raad tot goedkeuring van de Overeenkomst tussen de EG en de VS inzake doorgifte van Passenger Name Records (PNR) van vliegtuigpassagiers aan Amerikaanse douane autoriteiten (Department of Homeland Security, Bureau of Customs and Border Protection (CBP)), en een bijbehorende beschikking van de Commissie nietig. De Overeenkomst kwam eerder tot stand in het kader van internationale terrorismebestrijding. Met de beslissing van het Hof ontvalt de juridische basis aan de EG-VS-Overeenkomst en moet de Overeenkomst van EG-zijde worden opgezegd. De nietigverklaring van de beschikking treedt op 30 september 2006 – of zoveel eerder als de EG-VS Overeenkomst eindigt– in werking, welke tijd Raad en Commissie kunnen benutten voor herstel van het gebrek aan de juridische basis van de Overeenkomst.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Het Hof stelt vast dat artikel 95 van het EG-Verdrag, gelezen in samenhang met artikel 25 van de (Europese privacy)richtlijn 95/46, geen grondslag kan vormen voor de bevoegdheid van de Gemeenschap om de betrokken Overeenkomst met de VS te sluiten. Deze Overeenkomst betreft de doorgifte van PNR-gegevens van vliegtuigpassagiers aan het Amerikaanse CBP, welke gegevensverwerking plaats vindt in het kader van de openbare veiligheid en strafrecht. Deze terreinen zijn uitdrukkelijk van de werkingssfeer van de bovengenoemde richtlijn uitgesloten. Nu de Commissiebeschikking en het Raadsbesluit niet zijn gebaseerd op de juiste rechtsgrondslag moeten beide nietig worden verklaard. Het Hof komt niet toe aan een verdere inhoudelijke beoordeling van het besluit en de beschikking. Aangezien de Overeenkomst van kracht blijft gedurende 90 dagen na de datum van opzegging, heeft het Hof om redenen van rechtszekerheid en ter bescherming van de betrokkenen beslist de rechtsgevolgen van de beschikking tot 30 september 2006 te handhaven of tot zoveel eerder als de Overeenkomst eindigt.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
De Raad en de Commissie hebben tot 30 september a.s. de tijd om de juridische basis van de EG-VS Overeenkomst te herstellen. Het ligt in de bedoeling een nieuw akkoord met de VS overeen te komen op basis van artikel 24 en 38 EU-Verdrag. Dit akkoord vergt niet alleen besluitvorming bij unanimiteit die in veel gevallen (waaronder Nederland) een nationale ratificatieprocedure moet doorlopen, maar ook nationale omzettingswetgeving. Tenzij de omzettingwetgeving formele wetgeving omvat, is het in principe mogelijk het akkoord, in afwachting van de afronding van de ratificatie, voorlopig toe te passen. Daarnaast bestaat het risico dat niet tijdig voor 30 september 2006 een sluitende nieuwe juridische regeling met de VS overeengekomen kan worden. In dat geval is er voor luchtvaartmaatschappijen in beginsel geen juridische basis om de PNR-gegevens aan de VS door te geven. Luchtvaartmaatschappijen die op grond van nationale wetgeving van de lidstaat waar zij zijn gevestigd de PNR niet mogen doorgeven, kunnen hierdoor te maken krijgen met een boete dan wel een Amerikaans landingsverbod. Een onderzoek naar de economische consequenties van een dergelijke situatie is inmiddels in gang gezet.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt het fiche en het bijbehorende arrest aan de Ministers van Justitie, V&W, BZK en BZ. Het arrest zal in de te herziene ICER Handleiding Rechtsgrondslag van EG-besluiten worden verwerkt. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.