C-321/95 P, Greenpeace tegen Commissie, arrest van 2 april 1998

Contentverzamelaar

C-321/95 P, Greenpeace tegen Commissie, arrest van 2 april 1998

Datum arrest, zaaknummer, partijen
HvJEG 2 april 1998, zaak C-321/95 P, Stichting Greenpeace Council (Greenpeace International) tegen Commissie

Sleutelwoorden
Hogere voorziening - Natuurlijke personen of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Stichting Greenpeace Council (Greenpeace International) heeft een hogere voorziening ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 9 augustus 1995. Het Gerecht heeft namelijk het beroep van Greenpeace tegen het besluit tot communautaire financiering van de bouw van twee electriciteitscentrales op de Canarische Eilanden niet ontvankelijk verklaard op grond van het ontbreken van procesbevoegdheid van Greenpeace. Voor procesbevoegdheid is volgende vaste jurisprudentie van het Hof nodig dat degenen die niet de adressaten van een beschikking zijn, slechts kunnen stellen individueel te worden geraakt, indien de beschikking hen betreft uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie, welke hen ten opzichte van ieder ander karakteriseert en hen derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat. Hoewel het in die vaste rechtspraak van het Hof merendeels gaat om arresten in zaken die in beginsel op economische belangen betrekking hadden, neemt dit niet weg dat het wezenlijke criterium waarvan in die arresten wordt uitgegaan, van toepassing blijft, wat ook de aard is van de belangen - economische of andere - waarin de verzoekers worden getroffen. Het loutere feit dat er schade is of dreigt te ontstaan, kan op zich niet volstaan om een verzoeker procesbevoegdheid te verlenen, wanneer een dergelijke schade in algemene en abstracte zin zeer vele, niet vooraf bepaalbare justitiabelen kan treffen op een wijze die hen niet op soortgelijke wijze individualiseert als de adressaat van een beschikking, in de zin van voornoemde rechtspraak. Aan deze conclusie doet niet af, aldus het Gerecht, dat volgens nationale praktijk in rechtszaken waar de milieubescherming in het geding is, de procesbevoegdheid kan afhangen van het enkele bestaan van een voldoende belang bij de verzoeker, gezien de in artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag, gestelde voorwaarden. Ook oordeelt het Gerecht dat volgens vaste rechtspraak een vereniging die is opgericht ter behartiging van de collectieve belangen van een groep justitiabelen, niet kan worden geacht in de zin van artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag individueel en rechtstreeks te worden geraakt door een handeling die de algemene belangen van die groep treft, en dus geen beroep tot nietigverklaring kan instellen wanneer de individuele leden dat ook niet kunnen.

Het Hof constateert dat de uitlegging van artikel 173, vierde alinea, van het Verdrag die het Gerecht ten grondslag heeft gelegd aan zijn oordeel dat rekwiranten geen procesbevoegdheid toekomt, in overeenstemming is met de vaste rechtspraak van het Hof. Terecht heeft het Gerecht niet afgeweken van de vaste jurisprudentie op grond van aard en specifiek karakter van milieubelangen. Bovendien oordeelt het Hof op het argument van Greenpeace, dat deze toepassing van de rechtspraak van het Hof tot gevolg heeft dat aan de MER-richtlijn ontleende rechterlijke bescherming ontbreekt, dat de uit de richtlijn voortvloeiende rechten voor particuleren ten volle bescherming vinden voor de nationale rechter die, zonodig, het Hof een prejudiciƫle vraag kan stellen.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Een vereniging die is opgericht ter behartiging van collectieve belangen van een groep personen kan niet rechtstreeks naar het Hof/Gerecht indien in algemene en abstracte zin zeer vele, niet vooraf bepaalbare personen kunnen worden getroffen. Dat betekent dat deregelijke belangenbehartigende organisaties geschillen m.b.t. Europese besluiten alleen aan de nationale rechter kunnen voorleggen.

Voorstel voor behandeling
De ICER-V neemt het fiche ter kennisgeving aan.