C-327/24 Lolach

Contentverzamelaar

C-327/24 Lolach

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    16 juli 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    2 september 2024

Trefwoorden: energiemarkt; toegangsverplichtingen

Onderwerp:  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie: artikelen 3, 6, 72 en 73.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Telekom Deutschland GmbH’ (hierna: Telekom), een onderneming met veel marktmacht die telecommunicatiediensten aanbiedt. Telekom komt op tegen een besluit dat is genomen door het Duits federaal agentschap voor netwerken voor elektriciteit, gas, telecommunicatie, post en spoorwegen. Het agentschap had besloten dat Telekom vanwege haar marktmacht andere ondernemingen toegang moest verlenen tot diverse civieltechnische voorzieningen, zoals kabelgoten, masten en ondersteuningssystemen voor bovengrondse lijnen. Telekom gaat tegen het besluit in beroep.

Overweging:
De verwijzende rechter vraagt om een uitleg van richtlijn 2018/1972, omdat het niet duidelijk is wat er in artikelen 72 en 73 precies voorgeschreven wordt. Bij het onderzoek of er een verplichting moet worden opgelegd om toegang te verlenen tot de civieltechnische voorzieningen, is het de vraag of er onderzocht moet worden of het niet opleggen van een verplichting de ontwikkeling van de markt zou belemmeren, of dat ook andere doelstellingen uit artikel 3 moeten worden meegenomen. Mede door het verschil in taalversies van de richtlijn is het de verwijzende rechter niet duidelijk of artikel 73 een opsomming betoogt van de doelstellingen. Daarnaast is hem de verhouding tot artikel 68, lid 4, onder c) niet duidelijk.

Prejudiciële vraag:
Moeten de artikelen 72 en 73 van richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 aldus worden uitgelegd dat de nationale regelgevende instanties bij het onderzoek van de vraag of een verplichting moet worden opgelegd om toegang te verlenen tot civieltechnische voorzieningen die in overeenstemming met de marktanalyse geen deel uitmaken van de betrokken markt,

uitsluitend moeten onderzoeken of het niet-opleggen van een dergelijke verplichting de ontwikkeling van een door duurzame concurrentie gekenmerkte markt zou belemmeren of niet in het belang van de eindgebruiker zou zijn; 
Of
dat in het kader van het onderzoek naar het opleggen van een verplichting om toegang te verlenen tot dergelijke voorzieningen, naast de bovengenoemde voorwaarden, ook, en met dezelfde rang, de andere doelstellingen van artikel 3 van richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 en in voorkomend geval verdere doelstellingen in een „geheel van doelstellingen” mogen worden opgenomen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: IenW; EZK

Gerelateerde documenten