C-33/24 ROSAS
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 7 maart 2024 Schriftelijke opmerkingen: 22 april 2024
Trefwoorden: douanewetboek; wijziging douaneaangifte
Onderwerp: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie: artikel 173 lid 2.
Feiten:
Verzoekende partij is ROSAS Logisztikai Kft’ (hierna: Rosas) en verwerende partij is de afdeling bezwaren van de nationale belasting- en douanedienst. Rosas heeft op 30 mei 2022 een aanvraag gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van niet-Uniegoederen. In de douaneaangifte heeft zij hier verklaard dat zij aan de procedure wenst deel te nemen als indirecte vertegenwoordiger van PBT Hungary Kft (hierna: PBT). De afdeling luchthaven van de nationale belastingdienst (hierna: afdeling luchthaven), heeft de douaneaangifte aanvaard. Op 1 juni 2022 heeft Rosas een verzoek ingediend tot wijziging van de douaneaangifte wegens een verschrijving van de vertegenwoordigingscode, waardoor zij als directe vertegenwoordiger van PBT wordt aangemerkt. Dit verzoek is afgewezen dor de afdeling luchthaven.
Overweging:
Op grond van artikel 173, lid 3 van verordening 952/2013 kunnen de inhoudelijke gegevens van een douaneaangifte worden gewijzigd, maar niet de persoonlijke gegevens van de persoon van de aanvrager. Rosas stelt dat zij op basis van artikel 15, lid 2 van het Douanewetboek haar procesvertegenwoordiging moet kunnen aanpassen in de douaneaangifte naar directe vertegenwoordiger. De verwijzende rechter twijfelt of het corrigeren van de procesvertegenwoordiging mogelijk is onder artikel 15, lid 2, wanneer het doel van de wijziging het corrigeren van onjuist ingevulde informatie is, in plaats van het bestrijden van fraude zoals beschreven in het artikel.
Prejudiciële vraag:
Moet artikel 173, lid 3, van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie aldus worden uitgelegd dat het de aangever, die wegens een verschrijving als indirecte douanevertegenwoordiger is aangemerkt, toestaat om, na het in het vrije verkeer brengen van de betrokken goederen, de reeds ingediende en beoordeelde douaneaangifte aldus te wijzigen dat hij door aanpassing van de vertegenwoordigingscode achteraf als directe vertegenwoordiger wordt aangemerkt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-97/19; C-640/21
Specifiek beleidsterrein: FIN