C-332/25 Friends of the Irish Environment 

Contentverzamelaar

C-332/25 Friends of the Irish Environment 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     16 juli 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     2 september 2025

Trefwoorden: milieubeoordeling, habitatrichtlijn, instandhoudingsmaatregelen

Onderwerp: Richtlijn 92/43 (Habitatrichtlijn): artikel 6, lid 3. 

Verzoeker, de niet-gouvernementele milieuorganisatie ‘Friends of the Irish Environment’, komt op tegen de geldigheid van een ingevoerde algemene agrovoedingsstrategie ‘Food Vision 2030’ van de Ierse overheid. De organisatie beweert dat het plan in strijd is met de Habitatrichtlijn, omdat er geen adequate beoordeling is geweest voor de impact op de Natura 2000 gebieden, zoals voorgeschreven door artikel 6, lid 3. Het is echter de vraag of de strategie een plan of project is in de zin van artikel 6, lid 3, omdat de inhoud ervan zo algemeen is dat het niet mogelijk is een of meer specifieke gebieden te identificeren die gevolgen kunnen ondervinden van de uitvoering ervan. 

Prejudiciële vragen: 
1. Kan een strategisch beleid op hoog niveau zoals FV2030 een „plan of project” in de zin van artikel 6, lid 3, van de habitatrichtlijn vormen of als zodanig worden beschouwd? In dit verband zijn de belangrijkste kenmerken van het beleid: het is op vrijwillige basis door een commissie van belanghebbenden vastgesteld; het wordt formeel gesteund door een besluit van de regering; het geeft geen machtigingen af voor activiteiten en beperkt deze evenmin; het heeft geen dwingende of bindende werking voor de stroomafwaartse besluitvormers, maar kan een zekere invloed hebben in die zin dat het door deze besluitvormers in aanmerking kan worden genomen; het stelt geen criteria vast aan de hand waarvan besluiten over vergunningen zullen worden genomen; het stelt geen criteria vast aan de hand waarvan andere plannen of programma’s zullen worden vastgesteld. 

2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, kan een beleid zoals FV2030 een plan of programma in de zin van artikel 6, lid 3, van de habitatrichtlijn zijn wanneer de erin vervatte maatregelen niet specifiek genoeg zijn om ze te kunnen kwantificeren en beoordelen en het niet mogelijk is een of meer specifieke Natura 2000-gebieden aan te wijzen die gevolgen zouden kunnen ondervinden van de uitvoering ervan teneinde een beoordeling op basis van de instandhoudingsmaatregelen van dat gebied of die gebieden te kunnen maken? 

3. Indien vraag 2 bevestigend wordt beantwoord, is er sprake van een passende beoordeling van een dergelijk beleid indien enkel in algemene termen de milieurisico’s worden vastgesteld in verband met de activiteiten die plaatsvinden in de sector waarop het beleid van toepassing is, alsook de gevolgen die deze activiteiten in het algemeen zouden kunnen hebben voor beschermde habitattypen en soorten in Natura 2000-gebieden in Ierland, zonder specifieke risico’s aan te wijzen die gevolgen kunnen hebben voor individuele aangewezen gebieden?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-444/21 Commissie/Ierland; C-293/17 en C-294/17 Coöperatie Mobilisation for the Environment UA; C-179/06 Commissie/Italië; C-411/17 Inter-Environnement Wallonie; C-321/18 Terre Wallonne ASBL/Waals Gewest; C-258/11.

Specifiek beleidsterrein: LVVN

Gerelateerde documenten