C-339/25 Iulicris Recycling
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 17 juli 2025 Schriftelijke opmerkingen: 3 september 2025
Trefwoorden: betalingsdiensten, valutatermijncontracten, nevendiensten
Onderwerp: Richtlijn 2014/65 (betreffende markten voor financiële instrumenten): artikel 2, lid 1; Richtlijn 2015/2366 (betreffende betalingsdiensten in de interne markt): artikel 18.
Het Roemeense recyclingbedrijf ‘Iulicris recycling’ heeft met een Belgische betalingsinstantie ‘Ibanfirst’ flexibele termijncontracten afgesloten om valutarisico’s af te dekken. Na een geschil over contractverlenging en margestortingen, stelt Iulicris dat de contracten nietig zijn omdat Ibanfirst geen vergunning heeft voor het aanbieden van financiële instrumenten. De Belgische rechter vraagt het Hof aan welke voorwaarden betalingsinstellingen moeten voldoen die valutatermijncontracten aanbieden als ‘nauwsamenhangende nevendiensten’ naast betalingsdiensten.
Prejudiciële vraag: Moet artikel 18, lid 1, onder a), van richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van richtlijn 2007/64/EG (PSD II-richtlijn) aldus worden uitgelegd dat valutatermijncontracten, om te worden beschouwd als nauw samenhangende nevendiensten die betalingsinstellingen van rechtswege mogen verlenen: a) moeten voldoen aan de voorwaarden van de vrijstelling van artikel 10, lid 1, onder b), (vrijstelling voor een betaalmiddel) van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 (gedelegeerde MiFID II-verordening)? b) incidenteel van aard moeten zijn in de zin van artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 (MiFID II-richtlijn) en, derhalve, voldoen aan de voorwaarden van artikel 4 van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 (gedelegeerde MiFID II-verordening)?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -
Specifiek beleidsterrein: FIN