C-345/25 Grixta
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 24 juli 2025 Schriftelijke opmerkingen: 10 september 2025
Trefwoorden: toepasselijk recht niet-contractuele verbintenissen, onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking
Onderwerp: Verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II): artikel 1, lid 1.
Libië vordert de teruggave van vermeend onwettig verkregen vermogen van (de erfgenamen van) een voormalig Libisch militair ‘BC’. BC was eerst militair en later een functionaris, en had aanzienlijke bedragen op Maltese bankrekeningen staan (meer dan 55 mil. EUR), gestort via zijn in Malta opgerichte vennootschappen. Libië vordert het vermogen terug op basis van Libische anti-corruptiewetten. Het is de vraag of de vordering van Libië valt onder ‘burgerlijke en handelszaken’ in de zin van artikel 1 van verordening 864/2007 (Rome II), of dat het een administratiefrechtelijke zaak is. Daarnaast wordt er gevraagd naar het verschil tussen verbintenis uit onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking.
Prejudiciële vragen: 1. Omvat het begrip „burgerlijke en [...] handelszaken” in artikel 1 van verordening nr. 864/2007 een vordering zoals die welke de Staat Libië krachtens voornoemde wetten heeft ingesteld om de op Malta aanwezige vermogensbestanddelen van de overleden BC terug te vorderen? 2. Omvat de in artikel 1 van verordening nr. 864/2007 bedoelde uitzondering betreffende administratiefrechtelijke zaken een vordering zoals die welke de Staat Libië krachtens voornoemde wetten heeft ingesteld om op Malta aanwezige vermogensbestanddelen van de overleden BC terug te vorderen? 3. Indien wordt vastgesteld dat verordening nr. 864/2007 van toepassing is op het onderhavige geval, wat is dan het onderscheid tussen de verbintenis uit onrechtmatige daad (artikel 4, lid 1, van de verordening) en de ongerechtvaardigde verrijking uit onrechtmatige daad (artikel 10, lid 1, van de verordening) in een geval als het onderhavige?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -
Specifiek beleidsterrein: JenV